Artificiële intelligentie (ook wel kunstmatige intelligentie, afgekort AI/KI genoemd) is een technologie die een grote invloed heeft op ons alledaagse leven. Denk bijvoorbeeld aan het openen van je telefoon met gezichtsherkenning, de persoonlijke suggesties voor films en series van Netflix of het navigatiesysteem in je auto. Toch blijft AI, ondanks dat het een sleuteltechnologie is geworden, voor velen nog een vaag begrip.
In zijn meest eenvoudige vorm is kunstmatige intelligentie een taak of een handeling uitgevoerd door een programma of machine die menselijke intelligentie nabootst. Dit wordt gedaan aan de hand van neural networks, die de manier waarop menselijke hersenen werken, nabootsen. Wanneer een neuraal netwerk bijvoorbeeld genoeg foto’s van katten analyseert, gaat het veel voorkomende patronen, zoals contouren, verhoudingen etc. herkennen. Uiteindelijk kan het systeem daardoor zelfstandig katten herkennen. Het gaat bij AI dus niet om de rekenkracht, maar om de mogelijkheid om (zelfstandig) te leren en beslissingen te nemen. Hierbij geldt dat hoe meer data er wordt ingevoerd, hoe beter het systeem uiteindelijk wordt.
De apparaten die handelen op basis van AI zijn zich echter niet bewust van de taken die ze uitvoeren. Ze volgen algoritmes en herkennen patronen. Door te leren van eigen gemaakte fouten door ervaring en blootstelling aan nieuwe gegevens, leveren de apparaten een beter resultaat. Dit wordt ook wel Machine Learning (ML) genoemd. Deep learning gaat nog een stapje verder: hierbij laten algoritmes toe dat sofware zichzelf dingen aanleert (denk aan gezichts- of spraakherkenning).