Marije Kool volgde de master museologie en minors geschiedenis en kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Na haar studie werkte ze als zzp’er onder andere als marketingmanager voor verschillende musea, theaters en festivals waaronder Amsterdam Museum, Verzetsmuseum en Nationale Opera & Ballet. Voordat ze bij Teylers Museum in Haarlem de slag ging, was ze zakelijk directeur van het Zaans Museum.
Als zakelijk directeur bij Teylers Museum is ze verantwoordelijk voor alle dienstverlenende en commerciële afdelingen, waaronder financiën, fondsenwerving, personeelszaken, huisvesting, beveiliging, zakelijke verhuur, winkel en horeca.
Doordat ik bij verschillende organisaties aan projecten werkte, kreeg ik een kijkje in de keukens van verschillende afdelingen en zo ook op het gebied van marketing. Ik ben bij het Zaans Museum gestart vanuit de ambitie om het museum (inter)nationaal op de kaart te zetten en het bezoekersaantal te laten groeien. Ik woon zelf in de Zaanstreek, dus toen ik bij het Zaans Museum aan de slag ging, vond ik het heel mooi dat ik de collectie in mijn eigen woonwijk onder de aandacht mocht brengen en te zien wat dat teweeg bracht.
Als hoofd publiekszaken ontwikkelde ik samen met algemeen directeur Jan Hovers een herziene koers met nieuwe positionering, marketingstrategie en ticketingbeleid. Dit leidde in korte tijd tot een aanzienlijke bezoekersgroei (van 70.000 in 2015 naar 200.000 in 2019) en de mogelijkheid om de organisatie te professionaliseren: we creëerden nieuwe functies en vervijfvoudigden het vrijwilligersbestand.
Door deze ontwikkelingen ging ik me naast marketing- en salesvraagstukken steeds meer bezighouden met andere zaken, waaronder financiën en personeelszaken en dat sprak me erg aan. Het is dus geen voorbedacht plan, maar meer organisch gegroeid. Ik ben graag een spin in het web. In mijn functie als zakelijk directeur bij Teylers Museum ben ik in de gelegenheid om connecties te leggen tussen de afdelingen waarvoor ik verantwoordelijk ben. Hoewel marketing daar niet een van is, vind ik het wel belangrijk dat de hele organisatie weet wat het publiek ervaart in ons museum en dat iedereen dat in het achterhoofd houdt bij alles wat ze doen.
Teylers Museum is in 1784 opgericht door Pieter Teyler van der Hulst en is het oudste museum van Nederland. Het museum is opgericht vanuit de idealen dat iedereen gelijk is en vrije toegang moet hebben tot kunst en wetenschap om de wereld beter te leren kennen. Daarom stelde Teyler zijn nalatenschap beschikbaar aan vijf vrienden die een wetenschappelijk laboratorium bouwden waar openbaar toegankelijke onderzoeken gedaan werden: Teylers Museum. Na diverse grootschalige uitbreidingen in de negentiende en twintigste eeuw voegde het museum in 2017 een laboratorium aan de beleving toe, het Lorentz Lab, en in 2021 met Pieter Teylers Huis, het voormalige woonhuis van Pieter Teylers van der Hulst.
Wereldwijd, ook binnen het internationale museumlandschap, is een fundamentele verandering gaande. Naast de impact van de coronapandemie staan vraagstukken rond diversiteit, inclusie en meerstemmigheid op de agenda. Het ICOM definieert een museum als van, voor en door de maatschappij. Dat sluit goed aan bij de visie van Teylers. Dat willen we beter uitdragen. De uitdaging ligt bij het denken vanuit het publiek en het potentiële en gewenste publiek en daar inhoudelijke keuzes op baseren. Vanuit mijn huidige rol probeer ik daar ook op aan te sturen. De opening van Pieter Teylers Huis in december is hierin een belangrijke ontwikkeling. Het helpt de indentiteit van het museum zowel internationaal als lokaal te versterken. Op lokaal niveau doen we dat door middel van co-creatie. Daarbij werken we samen met sleutelfiguren uit verschillende Haarlemse wijken, die er op een vergelijkbare manier als Teylers voor hun community zijn.
Ook willen we meer doen voor internationale bezoekers. Zij weten het museum op dit moment nog niet goed te vinden. Dat komt met name omdat de naam Teylers Museum geen uitleg geeft over datgene dat bezoekers kunnen verwachten, zoals bijvoorbeeld bij het Frans Hals Museum of Museum Het Rembrandthuis. Om het museum internationaal beter te positioneren willen we nadrukkelijker werken aan de profilering van het corporate verhaal van het museum, plus het feit dat we over de oudste museumzaal van Nederland beschikken: de Ovale Zaal die qua inrichting amper veranderd is ten opzichte van 238 jaar geleden, net als de zalen die in de negentiende eeuw zijn aangebouwd. Echt een historische sensatie. Hoewel marketing & communicatie bij Teylers niet onder mijn verantwoordelijkheid valt, maak ik bij het definiëren van dergelijke keuzes graag gebruik van mijn achtergrond in dat vakgebied.
Ik ben in december 2020 bij Teylers Museum begonnen, vlak voor de tweede coronalockdown. Normaliter zouden mijn werkzaamheden als zakelijk directeur voor een groot deel extern gericht zijn: contacten met de politiek, netwerkbijeenkomsten en contacten met andere musea, maar dat kon natuurlijk niet. Daarom nam ik de tijd om de organisatie en de medewerkers te leren kennen. Door die focus ontdekte ik dat het museum enorm veel kwaliteit en kennis aan boord heeft en dat medewerkers een grote intrinsieke motivatie hebben om bij Teylers te willen werken. Een motivatie die ik ook bij veel andere musea gezien heb. Hierin onderscheidt de culturele sector zich van de commerciële. Mensen voelen zich enorm verbonden met het museum waar ze werken en delen, vanuit elke functie, met liefde al hun kennis met het publiek.
Tijdens de pandemie is het aantal bezoekers aan Teylers Museum door de lockdowns en maximalisering van bezoekersaantallen flink gedaald: van 136.000 in 2019 naar 59.700 in 2021. Om die reden hebben we de afgelopen twee jaar de programmering meermaals aangepast en het regionale publiek daarbij in het achterhoofd gehouden. Zo zijn sinds de zomer van 2021 tot eind mei 2022 bijvoorbeeld werken uit de eigen collectie tentoongesteld in de tentoonstelling Vogelpracht, met tekeningen van kunstenaar John Audubon, aangevuld met bruiklenen van Naturalis. Zo waren we niet afhankelijk van buitenlandse musea en kon de tentoonstelling blijven staan, ook als er meer
lockdowns zouden komen.
Rondom Audubons werkwijze is veel ophef ontstaan, omdat hij bij het maken van zijn reizen gebruik maakte van tot slaaf gemaakte mensen en hen ook weer doorverkocht wanneer de reis erop zat. In de tentoonstelling is dit tot nu toe onderbelichte aspect van zijn werk verwerkt, maar dit heeft ook intern gesprekken opgeleverd over de vraag hoe je je als museum verhoudt tot zo’n kunstenaar en hoe je de kunstwerken, tentoonstelt. Dit zijn belangrijke gesprekken die weerslag vinden in hoe je als museum invloed kunt hebben op het maatschappelijk debat.
Door mijn achtergrond in marketing ben ik me meer bewust van het belang van externe, maar ook interne communicatie. Dat wordt vaak onderschat, terwijl het veel invloed heeft op het draagvlak onder collega’s. Daarom is het belangrijk om je in een organisatie te verdiepen en te weten wat er speelt. Daarnaast vind ik het belangrijk dat marketeers in een vroeg stadium bij projecten betrokken worden. Als marketeer was ik altijd allergisch voor het slechts verkopen van een eindproduct. Bij een projectmatige aanpak, waarin afdelingen overstijgend met elkaar werken, krijg je namelijk meer inzicht in het werk van een ander. De organisatie van Teylers Museum is nu vooral top-down gericht. Ik wil dat meer lagen betrokken worden in het beslissingsproces. Op die manier wordt al het talent dat we in huis hebben, ook goed benut.