Haar loopbaan begon ze in de mode en design. In deze sector hield ze zich onder andere bezig met de PR van grote Nederlandse designers en labels. In augustus 2015 maakte Karina Smrkovsky de overstap naar de museumsector en startte als hoofd communicatie, PR en marketing bij het Groninger Museum. Voor deze editie van Movers & Shakers spraken wij met Smrkovsky over haar nieuwe functie, de David Bowie tentoonstelling die binnenkort plaatsvindt in het museum en haar visie op cultuurmarketing.
Na haar opleiding Communicatie en Informatiewetenschap in Groningen en een opleiding Grafisch Ontwerpen aan de Hanzehogeschool Kunstacademie, ging Karina Smrkovsky aan de slag bij Premsela, het Nederlands Instituut voor Design en Mode (tegenwoordig het Nieuwe Instituut). In 2013 maakte ze de overstap naar Organisation in Design. Hier deed ze de PR voor grote Nederlandse ontwerpers en labels, zoals Maarten Baas en Jurgen Bey.
Na deze functies in de designwereld startte Smrkovsky in augustus 2015 als hoofd communicatie, PR en marketing bij het Groninger Museum. Het museum is een van de topattracties van het Noorden, het gebouw op zich is al een kunstwerk. Het museum bestaat meer dan honderd jaar en heeft in die tijd een gevarieerde collectie opgebouwd. De collectie bestaat uit stukken over de cultuur en geschiedenis van de stad Groningen, maar ook een groot aantal expressionistische schilderijen. 11 december komt de succesvolle tentoonstelling David Bowie Is, na onder andere Londen, Toronto, Sao Paolo en Chicago, naar het Groninger Museum.
“Mijn eerst motivatie om over te stappen was de werkplek, daar heb ik altijd iets mee gehad. Het museum is een van mijn favoriete musea in Nederland. Daarnaast werd ik getrokken door de breedte van de functie: niet alleen communicatie en PR, maar ook marketing. Je bewaakt het hele veld en dat is een hele mooie uitdaging. De combinatie van de functie en die werkplek was de motivatie om daar te solliciteren en te gaan werken.”
“Binnen mijn functie zal ik me bezighouden met het op de kaart zetten van het museum. Niet alleen in de regio, die natuurlijk belangrijk is voor het museum, maar met name nationaal en internationaal. Belangrijk in mijn taak is om ervoor te zorgen dat mensen het museum leren kennen. Dat ze weten van het bestaan en er naar toe komen, dat is het uiteindelijke doel.”
“De tentoonstelling David Bowie Is, is iets waar ik nu enorm naar uitkijk. Het wordt een multimediale ervaring waar Sennheiser (fabrikant van geluidsapparatuur) bij betrokken is. Je gaat met een koptelefoon de tentoonstelling in en daarmee beleef je de hele tentoonstelling.
David Bowie heeft onlangs aangekondigd dat er in januari een nieuw album komt. Dat geeft aan dat hij nog altijd springlevend is. De posters van onze tentoonstelling worden al gestolen en de mediabelangstelling is heel groot. Iedereen wil er bij zijn dus dat gaat heel spannend worden.
Bowie is een hele interessante kunstenaar, het artistieke zit in zijn DNA. Wat hem interessant maakt, is niet alleen muziek, maar ook zijn invloed op kunst, vormgeving en mode. Met zijn kleding, zijn visagie, zijn uiterlijk, speelde hij met het gegeven van gender. De tentoonstelling laat dit allemaal zien.
Ik kijk ook uit naar Joris Laarman Lab; een tentoonstelling over Joris Laarman, een ontwerper die nu helemaal booming is. Deze is vanaf 22 november te bezoeken. Laarman past nieuwe technologie toe, hij maakt nu bijvoorbeeld een 3D geprinte brug over een van de grachten in Amsterdam.
De uitdaging hierbij is om zoveel mogelijk mensen naar binnen te krijgen. De mensen die echt iets hebben met vormgeving zullen wel komen. Maar het is ook de uitdaging om mensen die minder met design hebben, toch warm te krijgen voor dit soort tentoonstellingen.”
“Het is valse concurrentie om Groningen met Amsterdam te vergelijken. We krijgen veel mensen uit de regio, maar wat we ook weten is dat veel mensen uit de rest van Nederland er een dagje of weekendje weg van maken, omdat het verder is. Ze gaan niet alleen naar het museum, maar pakken nog wat meer uit de regio mee. En dat is een voordeel van iets verder weg zitten.
Groningen is niet het middelpunt van Nederland, maar het is maar welk vertrekpunt je kiest. Voor de regio Groningen, Drenthe, Friesland en ook voor Noord-Duitsland, is Groningen heel interessant.
In de marketing zijn we internationaal georiënteerd, met de nadruk op Duitsland. Je ziet het aan onze tentoonstellingsteksten, webteksten en persberichten: al onze communicatiemiddelen zijn vertaald in het Engels en Duits. Als het gaat om campagnes richten we ons ook op de Duitse markt. Voor Bowie starten we bijvoorbeeld ook een campagne gericht op Duitsland, waarmee we niet alleen proberen mensen uit het noorden van Duitsland naar ons museum te trekken, maar ook mensen uit Düsseldorf en Köln.
“Ik hoop dat meer mensen het museum bezoeken en daar voldoening uit halen. Ik hoop dat onze communicatie mensen ook aanzet tot nadenken. Dat je niet alleen communiceert over wat er te doen is, maar ook verdieping brengt. Dat onze doelgroep ons niet alleen bezoekt, maar ook dat ze over ons praten. Dat kan bijvoorbeeld door middel van artikelen in kranten, of een eigen magazine.
Een ander doel is natuurlijk om meer publiek naar het museum te trekken en dat ze er enthousiast over zijn. Het Groninger Museum gaat heel goed, we trekken steeds meer bezoekers, ongeveer 180 duizend in 2014. Maar er zijn in deze tijd veel concurrenten, ook op cultureel gebied. Als je kijkt naar vrijetijdsbesteding is er niet alleen een museum waar je naar toe kan, maar je kan ook zo veel andere dingen doen. En het wordt wel steeds lastiger om je publiek te laten denken: het museum is ook interessant om naar toe te gaan’.”
“Wat me op dit moment het meest fascineert zijn de online communicatie- en marketingtools, zoals de toepassing van online ticketverkoop bij musea. Voor Bowie zijn we voor het eerst gestart met een online voorverkoop, waarin we alleen al 10.000 kaarten hebben verkocht.
Daarnaast vind ik de toepassing van nieuwe media in communicatie en marketing interessant. Als ik kijk naar mobiele telefoons / tablets en onze bereikbaarheid, dan kunnen we daar bij het Groninger Museum nog een slag maken. De toegankelijkheid van onze site voor mobiele apparaten kan beter.”
“Het is een trend om het museum ook online te laten zien, het museum als een online locatie. Hoe mooi zou het zijn als je straks virtueel door een museum kan gaan. Dan hoeft je publiek niet meer ergens naartoe af te reizen, maar dan kunnen ze gewoon vanaf hun plek in Azië naar het Groninger museum gaan. Hierdoor kan het museum zijn collectie en inhoudelijke waarden aan meer mensen laten zien.
Ik vind dat de combinatie van online en offline verkoop van producten een belangrijke ontwikkeling is. Niet alleen ticketverkoop, maar ook de museumshop van het Groninger Museum is tegenwoordig online te bezoeken. Door die combinatie van on- en offline te optimaliseren kan de verkoop hier ook aantrekken.”
“Ik zie de aankomende twee jaar voor het maken van de plannen voor de lange termijn. Daarna gaan we die plannen de komende tien jaar in de praktijk brengen. Ik ben daarin de aanjager van de PR, marketing en communicatieactiviteiten.
Ik neem de functie over van iemand die hier al jaren mee bezig is. Er is een hele goede basis, maar om het echt een stap verder te brengen, bijvoorbeeld de toegevoegde waarde van nieuwe technologie goed te kunnen uitrollen, is nog wel iets extra’s nodig.”
Tot zover het interview met Karina Smrkovsky. Ben jij of ken jij een cultuurmarketeer die ook recentelijk van baan is gewisseld en graag zijn of haar verwachtingen wil delen? Tip ons via mail of Twitter.
Movers & Shakers wordt mede mogelijk gemaakt door AdresData, de meest volledige en actuele culturele adressendatabase.