Marnix Heersink was drie jaar oud toen hij met zijn ouders en broers naar Canada emigreerde, zoals meer Nederlandse families dat deden begin jaren vijftig. Hij studeerde geneeskunde en werd oogarts in de Amerikaanse staat Alabama, waar hij ook zijn echtgenote Mary ontmoette.
Ze hebben samen zes kinderen, die ze tweetalig opvoedden en met wie ze regelmatig naar Nederland reizen. Marnix Heersink, inmiddels zeventig jaar oud, voert nog steeds operaties uit in zijn oogklinieken. In Gelderland, de geboortegrond van Heersink, kocht hij enkele jaren geleden een kasteeltje waar hij en zijn vrouw een aantal maanden per jaar wonen.
“Nederland vinden wij een fantastisch land, vandaar dat wij hier steeds meer tijd doorbrengen. Nederlanders zijn heel sociaal – veel meer dan Amerikanen. Gezelligheid, elkaar opzoeken en een zinvolle besteding van vrije tijd zijn hier belangrijk. In de VS ligt de nadruk veel meer op werk en carrière. Ik heb het altijd belangrijk gevonden dat onze kinderen de cultuur en geschiedenis van Nederland leerden kennen. In Alabama vierden we ieder jaar Sinterklaas met hen en we snoepen ook op z’n Hollands: drop, speculaas en stroopwafels – heerlijk! Die tradities en cultuur worden heel goed gepresenteerd in het Openluchtmuseum, waar wij nu niet ver vandaan zitten.”
Ze hebben een grote inzet en liefde voor hun vak en de Nederlandse cultuurgeschiedenis.
“Een vriend van ons was lid van de raad van toezicht van het NOM [Nederlands Openluchtmuseum] en nodigde ons vorig jaar uit bij een oriënterende bijeenkomst van de geefkring De Twaalf Provinciën. We kregen toen een goede presentatie door directeur Willem Bijleveld en Meike Verhagen, teamleider fondsenwerving en sponsoring. Het klikte goed met hen, ze hebben een grote inzet en liefde voor hun vak en de Nederlandse cultuurgeschiedenis. Daarop zijn we lid geworden van de geefkring, maar we waren zo enthousiast dat we meer wilden doen dan dat.”
“Ja, en daar zat dat emigratieproject tussen. Toen wisten we meteen: dit is wat we zochten. Dit kunnen we met de hele familie omarmen, emigratie is zo’n cruciale ervaring in onze familiegeschiedenis. Bovendien hebben alle kinderen en inmiddels ook kleinkinderen een band met Nederland. Zij kunnen de relatie met het museum voortzetten als mijn vrouw en ik er straks niet meer zijn. Ik wil iets achterlaten waarop zij kunnen voortborduren. Zodat ook volgende generaties geven voor anderen en hún kinderen inspireren dat ook te doen. Vandaar ook dat we het belangrijk vinden dat onze naam permanent wordt vermeld bij de presentatie.”
“Ja, daar geven we nog grotere bedragen. Onder meer aan de McMaster University in Canada, de University of Alabama, lokale projecten in ons dorp en aan scholarships voor internationale studenten. Mary zit onder meer in het bestuur van de McMaster University Global Health Advisory Board, een organisatie die samenwerkt met universiteiten in Canada, Nederland en Thailand. In Nederland geven we ook aan het Gelders Orkest, we zijn muziekliefhebbers en gaan vanuit Velp geregeld naar Arnhem voor concerten. In de VS moeten we twee uur rijden voordat we bij een concertzaal zijn. Onze gift aan het orkest is bedoeld om meer mensen en ook kinderen te interesseren voor klassieke muziek.”
“Zeker, het is een van de redenen waarom we aan het NOM geven, dat ruim een half miljoen bezoekers per jaar trekt waaronder veel schoolkinderen. Je ziet er ook veel grootouders die met hun kleinkinderen het museum bezoeken en hen levende geschiedenis bijbrengen door hun eigen verhalen erbij te vertellen. Dat doen wij zelf ook met onze kinderen en kleinkinderen.”
Wat ik ervoor terug krijg is emotie: een grote voldoening dat ik dit kan doen.
“Ik ben behoorlijk selfish en ben ervan overtuigd dat ik met dit project meer krijg dan ik geef. Nee, dat is geen bescheidenheid, ik meen het. Wat ik ervoor terug krijg is emotie: een grote voldoening dat ik dit kan doen. En er zelf van genieten door het museum en de nieuwe presentatie te bezoeken en met eigen ogen te zien hoe anderen er plezier aan beleven. Dat is echt iets heel bijzonders.
Er is een mooi Indiaans gezegde dat ons belangrijkste motief weergeeft: ‘We were all warmed by fires we did not build’. We hebben allemaal geprofiteerd van mensen vóór ons die het vuur ontstaken waaraan we ons konden warmen. We hebben de plicht – en het plezier – dat vuur door te geven aan volgende generaties.”
Meike Verhagen (1980) is opgeleid als commercieel econoom en kunsthistoricus en werkte eerder als lobbyist en woordvoerder bij de Vereniging van Universiteiten en de Hogeschool van Amsterdam. Tot augustus 2018 werkte zij bij het Openluchtmuseum, eerst als relatiemanager sponsoring & particuliere gevers en later als teamleider sponsoring & fondsenwerving ad interim. Tegenwoordig is zij directrice bij Stichting Eusebius Arnhem.
“Bij die bijeenkomst van De Twaalf Provinciën vielen Marnix en Mary Heersink op doordat zij goed Nederlands spraken met een Amerikaans accent. Hij en Mary waren heel direct en lieten meteen hun enthousiasme blijken, zo van ‘Wat een fantastisch museum, kunnen wij met jullie in gesprek?’ Tijdens dat privégesprek zei Marnix expliciet: ‘Ik wil graag investeren in dit museum.’ Hij vroeg om een lijstje met grote projecten die het museum echt een stap verder kunnen brengen.”
Het was dus echt een klik op inhoud.
“Dat was het ook! Ik ging de afdelingen langs met de vraag welke grote projecten er op stapel stonden en hoeveel geld daarvoor nodig zou zijn. Dat zijn er een aantal, omdat we na de opening vorig jaar van de historische Canon van Nederland nu een aantal updates en nieuwe presentaties plannen. Al gauw kwamen we uit bij een verouderde presentatie in een van onze historische boerderijen over de emigratiegolf naar Canada. Dat was direct een match op inhoud bij de familie. Zij voelen veel emotie en persoonlijke verbondenheid bij deze fase van hun familiegeschiedenis. Zo hebben we ook het verhaal van vader Jan Heersink opgenomen in de nieuw te produceren presentatie. Het was dus echt een klik op inhoud.”
“Ja, voor 100 procent. Ze doneren het bovendien in één keer, niet gespreid over vijf jaar zoals veel Nederlandse gevers doen vanwege de belastingaftrek. Die hebben de Heersinks hier niet, zij kunnen hier geen gebruik maken van de giftenaftrek. Dat was ook nodig om de vernieuwde presentatie snel te kunnen verwezenlijken. Toen dit liep, hebben zij hun gift verder opgehoogd naar een prachtig, rond bedrag. Dat laatste deel van hun gift is nog niet geoormerkt.”
Ook worden hun kinderen en kleinkinderen zo blijvend aan het museum verbonden.
“Wij bieden geen tegenprestaties, het gaat hier immers om een zuivere gift, niet om sponsoring. Iedere winter huren de Heersinks de ijsbaan van het NOM af voor een avond, dan vieren ze hier hun familiedag. Die kosten betalen zij gewoon aan het museum. De enige voorwaarde die zij stelden, is dat de familienaam voor onbepaalde tijd wordt vermeld op een prominente plaats in het museum. We hebben afgesproken dat de namen in de entreehal worden vermeld. Daar hadden wij als museum eerst reserves over: tien jaar was voor ons gebruikelijk als het gaat om naamsvermelding. We zijn akkoord gegaan omdat het argument van de donoren is, dat zo ook hun kinderen en kleinkinderen blijvend aan het museum worden verbonden. Er is ook een klik met hun kinderen, dus dat geeft vertrouwen.”
Dit artikel is eerder verschenen in The Fundraiser, het magazine voor fondsenwerving & marketing. Wanneer je voor 14 september 2018 met 50% introductiekorting Cultuurmarketing lid wordt, ontvang je gratis een halfjaarabonnement op het gedrukte full colour The Fundraiser Magazine, de digitale nieuwsbrief The Fundraiser Weekly en onbeperkt toegang tot tot alle artikelen op www.thefundraiser.nl (ter waarde van €42,-).