De samenwerking tussen Andrea Leine en Harijono Roebana begon in 1989. Ze geloven in de zeggingskracht van het lichaam en zien dans als een taal, waarin de interactie tussen de dans, live muziek en het publiek centraal staat. Ze ontwikkelden meerdere succesvolle voorstellingen zoals ‘GhostTrack’ (2011), ‘Smell of Bliss’ (2014) en ‘Light’ (2016).
LeineRoebana is al 25 jaar een toonaangevend dansgezelschap in binnen- en buitenland. Ze dansen in theaters en op locatie door het hele land en ze zijn het huisgezelschap van het Chassé Theater in Breda. Leine en Roebana ontwikkelden een eigen bewegingsstijl vanuit een nieuwe benadering van symmetrie, ritme en compositie. Kenmerkend voor LeineRoebana is de wisselwerking tussen dans en muziek. Het persoonlijke contact met het publiek is van groot belang voor het dansgezelschap.
We zoeken altijd het directe contact op met het publiek. Harijono en ik zijn aanwezig bij de voorstellingen, dus we zien en spreken veel bezoekers. Af en toe sta ik ook achter de merchandise stand. Met dit persoonlijke contact leer ik ons publiek beter kennen. Verder geven we workshops, masterclasses en lezingen voor dans- en muziekliefhebbers, amateurdansers, dansstudenten en professionele dansers en houden we open studio-avonden in onze studio in Amsterdam waarbij het publiek naar binnen mag lopen, zodat ze repetities en het kantoor kunnen bezoeken. Tijdens de montageperiode in het Chassé Theater in Breda organiseren wij ook altijd één of meerdere workshops of open repetities voor ons Bredase publiek.
Ook nodigen we ons publiek uit om een half uur voor aanvang van de voorstelling de zaal in te gaan. Alle dansers, musici , choreografen en componist(en) staan dan op het podium en samen met het publiek leiden we de voorstelling in. Wij vertellen over het ontstaan van de voorstelling, over de dansers en musici die meedoen en mensen mogen vragen stellen. Werk en persoonlijke onderwerpen komen zo aan bod. Hierdoor wordt het verhaal voor het publiek herkenbaar en worden wij benaderbaar op een laagdrempelige manier en in een informele setting. Door toegankelijk te zijn en te laten zien waar we mee bezig zijn bouwen we een community op.
Dit is best lastig. Soms ontdekken mensen ons via traditionele media, zoals kranten en televisie. Maar we komen niet constant in de media, daarom moeten we er hard aan trekken. Het is belangrijk om eerst mensen te prikkelen via onze eigen kanalen en ze daarna vast te houden. We houden de duurzaamheid van ons publiek goed in de gaten. Daarom vinden wij publieksbinding zo belangrijk: we moeten ervoor zorgen dat de mensen die binnen zijn terugkomen.
Verder merken wij dat word of mouth erg belangrijk is voor ons. Mensen die enthousiast zijn over onze voorstellingen vertellen hierover tegen vrienden en nemen ze vaak mee. Zo gaat het balletje rollen. Dit is heel fijn, want we willen een steeds groter publiek bereiken. We maken geen voorstellingen voor onszelf, maar voor een publiek. Ik heb het gevoel dat wij het publiek ook wat bieden, we zorgen namelijk voor een ervaring. Als het publiek naar de voorstelling kijkt zien ze hopelijk nieuwe verbindingen die ze nooit eerder zagen. We onderschatten ons publiek niet en we dagen ze graag uit met nieuwe elementen, zoals bijzondere muziek. We kiezen niet altijd muziek die toegankelijk is voor het publiek. We besluiten om samenwerkingen aan te gaan met muzikanten en componisten, omdat we ze zelf heel goed vinden. Op deze manier proberen we ons publiek te verleiden en te verrassen.
In het buitenland is het vaak anders, maar gedeeltelijk ook hetzelfde. We hebben bijvoorbeeld een eigen publiek in Indonesië. Voor ‘GhostTrack’ werkten we samen met Indonesische dansers en de Indonesische componist Iwan Gunawan en zijn ensemble Kyai Fatahillah. Deze samenwerking zorgde voor een nieuwe grootschalige internationale coproductie: de voorstelling ‘Light’. In september gaat Light op tournee naar Java, Indonesië. Om ons Indonesische publiek meer te betrekken organiseren we ook daar interactieve inleidingen. Waar mogelijk proberen wij ook in het buitenland altijd een workshop, lezing of andere activiteit aan onze voorstellingen te koppelen. Ook is onze bewegingsstijl in Indonesië geland. Danser Sandhi is in Solo ook afgestudeerd in de LeineRoebana bewegingsstijl. Hierdoor wordt onze bewegingsstijl ook weer beïnvloed. In andere landen, waar we minder vaak komen waardoor het lastiger is om een eigen publiek op te bouwen, staan we vaak op theaterfestivals, zoals de Internationale Maifestspiele in Duitsland. Deze festivals hebben al een eigen publiek, waar wij weer van profiteren.
Wij hebben een divers publiek. Mensen van alle leeftijden en verschillende achtergronden komen bij ons binnen. Daardoor is het soms lastig om meerdere doelgroepen tegelijkertijd te bereiken en met hen in contact te blijven. Ook omdat we maar een klein budget hebben. Daarom zorgen we direct voor publieksbinding zodra mensen binnen zijn, door persoonlijk contact en vooral door de ervaring die we bieden. Ook laten we na de voorstellingen direct weten wanneer er nieuwe evenementen of voorstellingen zijn, zodat de bezoekers hiervan op de hoogte zijn.
Naast persoonlijk contact met het publiek is de nieuwsbrief voor ons erg belangrijk. YouTube en social media als Facebook en Instagram zijn ook van groot belang, omdat we hiermee op een snelle manier veel mensen bereiken. De traditionele middelen als posters en flyers gebruiken we ook nog, maar zorgen voornamelijk voor een verdubbeling van de aandacht. Eigenlijk moet het publiek dan al op de hoogte zijn.
Als makers ben je altijd betrokken bij de marketing. Door de afwijzing van onze meerjarige subsidieaanvraag hebben we momenteel geen geld voor een eigen marketingcommunicatiemedewerker. We proberen zelf te zorgen dat de continuiteit gewaarborgd blijft en huren per project expertise in.
Het is wel belangrijk dat we het doel van onze inspanningen: mensen naar de voorstelling trekken goed voor ogen blijven houden. Je ziet momenteel veel online publieksenquêtes. Hierbij vraag ik mij af of het doel en het middel niet door elkaar lopen. Is dit wel het beste middel voor organisaties om hun publiek in kaart te brengen of doen zij dit omdat ze het verplicht zijn voor bijvoorbeeld subsidies? Het middel moet niet belangrijker worden dan het doel. Ik wil niet beweren dat publieksenquêtes geen essentiële informatie kunnen opleveren maar er zijn ook andere wegen om een goed beeld van je publiek te krijgen.
Het was heel onverwacht dat het Fonds Podiumkunsten onze meerjarige subsidieaanvraag in 2016 afwees. We speelden veel, trokken volle zalen en er waren mooie innovatieve nieuwe plannen. We kregen van tevoren geen waarschuwing, enkel de afwijzing. In augustus 2016 hebben we een rechtszaak aangespannen. De rechtbank stelde in zijn tussenvonnis dat de adviescommissie van het FPK was uitgegaan van verkeerde feitelijke gegevens. De rechtbank constateerde op een aantal onderdelen zorgvuldigheids- en motiveringsgebreken in de besluitvorming van het Fonds Podiumkunsten. De rechtbank stelde dat het bestreden besluit niet zorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank bood het FPK de mogelijkheid deze gebreken te herstellen in een aangepaste motivering. Het FPK diende onder meer aan te tonen dat de voorstelling ‘GhostTrack,’ waarop het artistieke advies gebaseerd was, in de periode 2013-2016 door haar was gezien.
De rechtbank heeft in zijn einduitspraak van 31 mei j.l. het beroep van LeineRoebana gegrond verklaard en heeft het oorspronkelijke bestreden subsidiebesluit vernietigd. Het FPK is daarbij ook als in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De rechtbank heeft echter de gevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Hierdoor heeft LeineRoebana nog altijd geen recht op een meerjarige activiteitensubsidie 2017-2020.
Organisaties die al lang bestaan en jaren bouwen, krijgen opeens geen subsidie meer. Ik vind dat ernstig en het raakt mij persoonlijk. Naast publieksinkomsten en overige inkomsten zijn subsidies erg belangrijk om door te kunnen gaan met ons werk. In Nederland zorgt het subsidiesysteem er ook voor dat gezelschappen en theaters lage toegangsprijzen kunnen hanteren. We willen dat een divers publiek naar onze voorstellingen kan komen.
De niet-westerse invloeden en culturen spelen een grote rol in ons werk. Het ‘’andere’’ is geen bedreiging, maar een inspiratiebron. Verschillende culturen zijn juist van meerwaarde en binnen onze voorstellingen willen we ze graag samenbrengen. Als beide kanten openstaan voor nieuwe invloeden, zijn ze een verrijking voor elkaar. In onze voorstelling ‘Light’ is dit goed zichtbaar. Je herkent in de voorstelling elementen uit verschillende culturen, maar ze zijn toch net anders. Door samen te werken versterken culturen elkaar en creëren samen een nieuwe taal.
De meerkoet in Amsterdam is een mooie metafoor voor wat wij doen. Hij verzamelt takjes, maar ook plastic, wat origineel niet in de natuurlijke omgeving van de meerkoet voorkomt. Hij brengt al die dingen samen om toch een warm nest te maken.