Vanaf zijn zevende had Ralph van Raat pianoles en al vroeg kwam hij in aanraking met jazzmuziek. Hier begon zijn fascinatie voor atonale muziek. Al snel ontdekte hij hedendaagse muziek, van bijvoorbeeld Arnold Schönberg. Muziek die vreemd aanvoelde, door het gebrek aan ritme en melodie. Van Raat identificeerde zich met deze verwarrende muziek. Hij vond de muziek niet altijd mooi, maar speelde met de vraag in zijn hoofd hoe componisten dit op papier kregen. Al snel kreeg hij les van Ton Hartsuiker, die gespecialiseerd was in eigentijdse muziek. Hij bracht Van Raat met nog meer muziek in contact. Daarna kwam zijn liefde voor jazz, klassieke muziek en muziek van de 20e eeuw samen.
Tijdens zijn studie won Ralph van Raat al het Internationaal Gaudeamus Vertolkers Concours. Tegenwoordig speelt hij veel soloconcerten in de grote zalen van Nederland. Ook is hij in het buitenland te zien, dit jaar in de Carnegie Hall in New York.
Het mooie van hedendaagse muziek is dat je het dagelijkse leven erin terugziet. Er zijn zoveel verschillende stijlen, bijvoorbeeld de populaire stijl van Philip Glass, complexe muziek van Karlheinz Stockhausen of spirituele muziek, met langzame religieuze tonen. De verscheidenheid is fantastisch, deze verscheidenheid heb je in het dagelijkse leven ook en vind je terug in de muziek. Naar mijn mening is de muziek van de 20e eeuw een compagnon van het leven. Daarom is het mijn doel om het publiek te overtuigen van de immense schoonheid en diversiteit van muziek uit onze eigen tijd.
Ik doe dit op verschillende manieren, allereerst door projecten op te zetten waar verschillende muziekstijlen bij elkaar komen. Zo speelde ik bijvoorbeeld een concert met meerdere nummers van Radiohead gecombineerd met stukken uit de 20e eeuw. Ze matchen heel goed bij elkaar; veel pop- en housemuziek van tegenwoordig is beïnvloed door hedendaagse muziek. Veel klanken en beats zijn hetzelfde. Door ze te combineren ontstaat er kruisbestuiving. Het publiek ontdekt hoe leuk hedendaagse muziek is en hoe dicht bij het de pop- en rockmuziek van nu staat. Ik denk dat jonger publiek deze muziek daarom ook kan waarderen. Als ik in de toekomst wil blijven spelen is het slim om dit jonge publiek aan te trekken. Verder ga ik graag samenwerkingen aan met mensen buiten de culturele sector, zoals met André Kuipers.
Ik heb een fascinatie voor de ruimte en ik merkte dat er veel hedendaagse muziek is die gaat over de ruimte en ruimtevaart. Zelfs muziekstukken van Bach bijvoorbeeld, die gaan over de ‘harmonie der sferen’. Daarom leek het mij fantastisch om samen een concert te organiseren. In dit concert vertelt Kuipers over zijn ruimtereis, ondersteund door mijn muziek.
Het verhaal van Kuipers begint op de grond. Daarna vertelt hij over de nieuwe ontdekkingen in de ruimte, de gevaren van de reis en de gewichtloosheid in de ruimte. Het verhaal eindigt weer op de aarde. Bij elk onderdeel van zijn verhaal is hedendaagse muziek te plaatsen. In het begin van de 20e eeuw is de muziek nog erg klassiek, daarna ontdekten componisten nieuwe perspectieven. Ze gooiden alle regels overboord. Dit kan je vergelijken met het loskomen van de aarde in een ruimtereis. Muziek van later in de 20e eeuw past bijvoorbeeld goed bij de gewichtloosheid in de ruimte, door spacy atonale tonen in de muziek. De terugreis is weer vertolkt met muziek van Debussy, dat gaat over de mystiek van de maan.
Ik heb ervaren dat mensen hedendaagse muziek beter kunnen waarderen als we de juiste context geven. Het publiek vindt hedendaagse muziek leuker en interessanter als ze begrijpen wat ze horen. Dit merkte ik ook in mijn samenwerking met meteoroloog Peter Kuipers Munneke. Hierin vertelde Kuipers Munneke over zijn tochten door het poolgebied en speelde ik bijpassende muziek. We leidden mensen echt door het verhaal.
Door middel van dit soort projecten probeer ik ook nieuw publiek te bereiken. Er komt publiek dat normaal gesproken niet naar hedendaagse pianoconcerten komt. Dit is een heel ander publiek dan ‘’concertpubliek’’, dat meestal al bepaalde verwachtingen heeft. Nieuw publiek is soms makkelijker, zij staan meer open, juist doordat die verwachtingen er niet zijn.
Hedendaagse muziek is vaak moeilijk te begrijpen. Als ik even een korte uitleg geef, hebben mensen meer context en boeit het ze meer. Daarom doe ik het graag en daarnaast levert het mij ook wat op. Ik zie namelijk wie het publiek is en hoe ze het concert ingaan. Het publiek kan bijvoorbeeld verveeld of ongeïnteresseerd zijn, hier kan ik dan mijn concert op aanpassen door bijvoorbeeld meer dynamiekverschillen toe te voegen. Met deze inleidingen geef ik mijn publiek een sleutel, waarmee ze de muziek kunnen openen.
Ik wil niet een artiest zijn die even komt spelen en daarna weer vertrekt. Mijn betrokkenheid laat zien dat musici mensen van vlees en bloed zijn, met eigen meningen en interesses. Soms begrijp ik bepaalde muziek ook niet helemaal. Mensen vinden het fijn om dit te horen. Door toegankelijk te zijn, kan ik publiek aan mij binden.
Ik dacht er vanaf het begin al veel over na. Ik vind veel muzieksoorten binnen de 20e eeuw interessant, maar als een bepaald soort muziek niet aanslaat bij een publiek zou ik meteen switchen. Ik had het geluk dat ik het Internationaal Gaudeamus Vertolkers Concours won toen ik nog op school zat, hierdoor kon ik al snel veel optreden. Ik kon uitzoeken welke muziek bij mij en mogelijk publiek past. Ik begon met veel experimentele muziek, want ik vond dat veel klassieke musici zich beperken tot alleen maar het meest traditionele klassieke repertoire. Ik ging bewust andere muziek spelen, maar op een concert met uitsluitend experimentele muziek, kwamen relatief weinig mensen af. Hier ben ik toen snel mee gestopt; ik heb mijn horizon verbreed en heb de diversiteit van mijn concertprogramma’s snel vergroot. Nu houd ik wel vast aan mijn eigen smaak, als ik iets niet interessant vind, dan speel ik het niet. Maar er moet wel publiek voor zijn.
In het begin van mijn carrière groeide mijn bekendheid snel, daardoor wilde ik de stap maken naar een internationaal platenlabel. Ik vond Naxos, dit is een budgetlabel. Zij verspreiden cd’s voor een lage prijs. Dit leek mij een slimme zet, aangezien cd’s met hedendaagse muziek soms moeilijk verkopen. Als de plaat iets goedkoper is, durven mensen hem sneller aan te schaffen. Veel artiesten die hedendaagse muziek spelen zitten bij gespecialiseerde platenlabels, daardoor zijn de cd’s vrij duur.
Ik heb meerdere cd’s uitgebracht in het buitenland, drie daarvan waren wereldbestsellers. Dit heeft in het buitenland echt geholpen. In de Carnegie Hall ben ik een van de eerste solisten sinds lange tijd. Zij nodigden mij uit, omdat ze mijn werk kenden.
Elke student heeft een eigen persoonlijkheid, dus ik probeer advies op maat te geven. Veel studenten profiteren nog van de veilige omgeving van het conservatorium. Ze spelen muziek waarvan ze denken dat de docent het goed vindt, terwijl dat niet altijd bij hen of een mogelijk publiek past. Daarom probeer ik ze erin te sturen dat ze hun eigen weg volgen en geen kopie worden van iemand anders. Studenten hoeven niet bang te zijn voor onbekende muziek, ik probeer ze er juist nieuwsgierig naar te maken. Jonge artiesten moeten zich artistiek zoveel mogelijk ontwikkelen en hun eigen publiek vinden.
Het is belangrijk om jonge musici eerst überhaupt de ruimte te geven om zich artistiek te ontwikkelen. Vooral de laatste jaren zie je steeds meer dat platenlabels en promotors zich storten op steeds jongere musici, die weliswaar een goede technische basis kunnen hebben, maar op artistiek gebied nog niet ‘rijp’ zijn. Deze musici laten hun smaak meestal bepalen door de commerciële verwachtingspatronen van deze entrepreneurs. Meestal zie je een plotselinge bekendheid, die vaak, als de musici ouder worden, als een nachtkaars uitdooft omdat op dat moment de schattigheids of ‘wonderkind’-factor verdwijnt en er een diepere, authentieke, en daardoor artistiek duurzame laag ontbreekt. Wellicht is het belangrijk voor een marketeer om omgekeerd te denken: laat de musicus zijn eigen artistieke identiteit eerst ‘ontdekken’, middels de factor tijd, en ondersteund door een goede artistieke coach. Ondersteun hem of haar pas bij het targeten van het publiek, op het moment dat de musicus er mentaal klaar voor is, en er een volledig en authentiek groeiproces aan voorafgegaan is. Ik ben ervan overtuigd dat het publiek deze authenticiteit aanvoelt, en dat dit een duurzame artisticiteit garandeert. Het ‘product’ zou dus voor mij, in de ideale wereld, op de eerste plaats moeten staan, en dan pas de marketing, in plaats van omgekeerd.