Binnen de plannen voor 2017-2020 bood minister van Onderwijs, Cutuur en Wetenschap Jet Bussemaker veel ruimte voor de ontwikkeling van participatie in de Nederlandse culturele sector. Niet alleen Bussemaker lijkt het belang van participatie te erkennen: ook de beleidsplannen van het Amsterdam Museum, Museum Boerhaave, Museum Rotterdam en vele andere musea nemen participatie als criterium op. Voor haar opleiding Publieksgeschiedenis aan Universiteit van Amsterdam deed Valerie Veenvliet onderzoek naar de ontwikkeling van publieksparticipatie in de Nederlandse museumsector. In dit artikel lees je de belangrijkste conclusies en 8 concrete tips voor het toepassen van publieksparticipatie in de praktijk.
Valerie Veenvliet onderzocht de opkomst van publieksparticipatie aan de hand van drie actoren: de academici, het beleid en de museumprofessional. Ook keek ze naar hoe de casestudy ‘Mix Match Museum’ publieksparticipatie inzet in de praktijk. Dit deed ze door interviews te houden met alle betrokken musea, de deelnemers en een kort publieksonderzoek uit te voeren. Dit onderzoek geeft een overzicht waarom publieksparticipatie belangrijk geworden is in de museumsector en hoe de uitvoering hiervan vandaag de dag gedaan wordt.
Participatie is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de museumsector, terwijl het een relatief recente ontwikkeling is. De Nederlandse museumsector was halverwege de vorige eeuw erg objectgericht. De focus lag op het conserveren en beheren van de collecties. Voor het publiek dat naar deze musea moest komen, was nog weinig aandacht. De basis voor de participatietrend van nu ontstaat pas in de jaren ’90. Er verschijnen academische teksten over de omgang met publiek en ook lijkt de Nederlandse sector voor het eerst de internationale focus op publieksomgang te omarmen. De focus in de musea komt te liggen op de representatie van alle verschillende bevolkingsgroepen en de basis voor de latere publieksparticipatie lijkt geboren.
Hoewel in deze jaren de daadwerkelijke inhoudelijke publieksparticipatie nog onbekend blijft, wordt in 1994 op een congres van de Nederlandse Museumvereniging voor het eerst gesproken over het samenwerken met een Turkse intercedent om te kijken hoe de Turkse gemeenschap beter vertegenwoordigd kan worden in musea.
De echte doorbraak op het gebied van inhoudelijke participatie komt wanneer het new collecting opkomt aan het einde van de twintigste eeuw. Dit houdt in dat musea gaan verzamelen samen met de gemeenschap en een platform bieden aan de verhalen van bezoekers. Hierdoor wordt de publieksparticipatie voor het eerst daadwerkelijk inhoudelijk ingericht. Tegelijktijdig ontwikkelt zich een focus op social inclusion in de Nederlandse musea. Hierbij worden achterstandsgroepen uit de Nederlandse samenleving actief betrokken bij musea en wordt getracht om deze samenwerking op lange termijn te garanderen.
Aan het einde van de twintigste eeuw gaat het museumpubliek dus een actieve rol spelen. Het publiek wordt één van de belangrijkste factoren waar het museum rekening mee houdt en krijgt bovendien aan het eind van de twintigste eeuw een stem binnen de museale presentatie.
Terug naar de hedendaagse praktijk: de afgelopen jaren hebben verschillende musea in Nederland zich gewaagd aan participatieve projecten. De manier waarop een museum kan samenwerken met het publiek en het publiek daadwerkelijk inbreng kan geven in tentoonstelling is nog volop in ontwikkeling. Bekende boeken zoals The Participatory Museum van Nina Simon bieden hulp aan musea om participatie in te voeren en te streven naar daadwerkelijke co-creatie met het publiek. Een voorbeeld van zo’n project waarin participatie centraal staat is Mix Match Museum.
Het Mix Match Museum project is zowel een samenwerkingsproject tussen zes verschillende musea als een publieksparticipatieproject. Omdat dit project door zes verschillende musea is uitgevoerd, biedt dit een mooie kans om de uitwerking van publieksparticipatie te vergelijken. De zes deelnemende musea zijn het Amsterdam Museum, Groninger Museum, Kröller Müller Museum, Museum Boerhaave, Twentse Welle en het Van Abbemuseum.
Op 10 oktober 2014 ging de website www.mixmatchmuseum.nl online voor bezoekers. Op deze website kunnen bezoekers een selectie maken uit de 300 objecten, afkomstig uit deze verschillende musea. Deze selectie moest voorzien worden van een motivatietekst waarin uitgelegd werd waarom deze objecten samen een tentoonstelling zouden moeten vormen. De meest inspirerende tentoonstelling ideeën werden vervolgens uitwerkt tot daadwerkelijke tentoonstellingen in de deelnemende musea.