In de kern gaat om het verlagen van drempels tot culturele organisaties, verbinden met verschillende doelgroepen die eerder niet bereikt werden en aansluiting zoeken op zaken die in de (lokale) maatschappij spelen. De term publiekswerking is in Nederland bezig aan een kleine opmars, maar de kenmerken ervan herkennen we ook in .
Elke Grommen, Sofie Vermeiren en Lot Wens zijn publiekswerkers. Op donderdag 17 mei vertellen ze over hun werk tijdens de eerste waarin kennisuitwisseling tussen Nederlandse en Vlaamse vakgenoten centraal staat. Wij vroegen hen alvast wat publiekswerking voor hen inhoudt, en hoe werking en werving zich tot elkaar verhouden.
Lot Wens is publiekswerker bij M HKA, een museum voor hedendaagse beeldende kunst, film en beeldcultuur in Antwerpen.
Als publiekswerker ben ik iemand die werkt voor en met het publiek. Het doel van dit werk is om de dialoog aan te gaan en de connectie maken tussen publiek, museum, kunst en kunstenaar. In ons museum tonen wij de kunst niet alleen om het tonen. Wij zijn ons ervan bewust dat de werken iets los kunnen maken bij de bezoekers en zij dit vervolgens willen delen. Dit faciliteren behoort tot het werk van de publiekswerker. Publiekswerk heeft ook met warmte te maken; wij zorgen dat het museum een plaats wordt waar de mensen graag willen zijn. Een open plaats waar mensen elkaar ontmoeten, waar je mag zijn wie je bent en waar je graag je tijd door wilt brengen.
Om dit te bereiken moet het M HKA zo toegankelijk mogelijk zijn. Alles wat er in het museum gebeurt, moet voor iedereen bereikbaar zijn. We zijn immers allemaal mensen en ieder mens moet dezelfde kans krijgen om te participeren. Die mate van sociale inclusie willen wij nastreven, hoe utopisch dat ook overkomt. Alles moet leesbaar zijn voor iedereen, beleefbaar voor wie niet kan zien en iedereen moet binnen kunnen komen.
In het M HKA zijn wij met drie publiekswerkers die elk een eigen focus hebben: iemand voor digitale bemiddeling, iemand voor educatie en ikzelf voor jongerenwerking. Iedere focus vraagt een eigen werkwijze, maar uiteindelijk hebben wij alle drie hetzelfde doel: alle actoren samenbrengen en op die manier zorgen dat het museum en de tentoonstellingen relevant zijn. “De curator zet een object in het museum, de publiekswerker zet het in de wereld,” aldus Piet Van Hecke, collega van Wens. Het museum verschuift stilaan richting een museum waarin niet de kunst, maar de relatie tussen mens en museum centraal staat.
Publiekswerking bevindt zich in het M HKA tussen alle andere afdelingen in het museum waaronder marketing en communicatie, onthaal en de curators. Dat zijn alle andere afdelingen. Het verschil tussen werving en werking is voor mij een verschil tussen kwantiteit en kwaliteit.
Werving, een taak van marketing en communicatie, gaat voor mij over éénrichtingsverkeer. Het is hun taak om te zorgen dat het museum bekend raakt en om zoveel mogelijk mensen te bereiken. Wervers zenden boodschappen de wereld in, maar verwachten geen reactie. Zodra de bezoeker in het museum is, is het werk voltooid.
Publiekswerking gaat twee kanten op; van de publiekswerker naar buiten en omgekeerd. Het behelst ook voor een deel het zorgen dat mensen over de drempel komen, maar stopt daar niet. De dialoog gaat door als de mensen binnen zijn, en daarna. Iedereen die met publiek in aanraking komt maakt deel uit van de publiekswerking, van gidsen tot de medewerkers van onthaal, zij zorgen allen voor de beleving van de bezoekers.
De keuze om in te zetten op publiekswerking laat zien dat je als museum relevant wilt zijn. Het toont dat je bewust bent van de maatschappij waarin het museum zich bevindt. Het gaat niet alleen om cureren of een activiteitenaanbod creëren om opgemerkt te worden, of om in de best practice lijst te komen. We willen er zijn voor iedereen, ook voor de mensen in de straat en inspelen op hun vragen, zin en noden.
Vanwege ons publiekswerk worden wij vaak benaderd voor projecten. Ook ontvangen wij regelmatig open sollicitaties van studenten die graag deel uit willen maken van wat wij hier doen. Wij onderhouden daarom goede relaties met de kunstenscholen en –academies in Antwerpen. Deze aankomende kunstenaars krijgen bij ons de ruimte om te experimenteren. Ook andere partijen, zoals platenmaatschappijen of schrijvers, krijgen ruimte voor experiment op de zolder van ons museum. Wanneer zij bij ons in residentie zijn is de zolder voor hun, wij geven het helemaal uit handen en ondersteunen alleen wanneer gevraagd. Dat is soms eng en warrig, maar dat mag. Een experiment slaagt niet altijd, dat betekent niet dat het meteen fout is.
Projecten zoals dit, maar ook andere aspecten van het publiekswerk leveren de publiekswerker een goed gevoel op. Het is fijn om te zien dat de bezoekers, de kunstenaars en onze actieve jongerenploeg in het museum hun plaats vinden en groeien als mensen. Dit dragen zij uit naar de wereld.
Elke Grommen is coördinator publiek bij hetpaleis, een podiumkunstenhuis voor kinderen en jongeren aan het theaterplein in Antwerpen. Hetpaleis streeft ernaar een diverse organisatie te zijn, waarin het begrip diversiteit zo breed mogelijk wordt benaderd: socio-economische diversiteit, etnisch-culturele diversiteit, anderstaligheid, verschil in lichamelijke, psychische en verstandelijke mogelijkheden, seksuele geaardheid en genderidentiteit. Dit betekent een divers publiek in de zalen, maar ook in programmering en personeelsbeleid. Want, aldus Grommen: “We zijn ervan overtuigd dat, wat diversiteit betreft, we ons niet enkel kunnen concentreren op publiekswerking. De diversiteitsswitch is een totaalverhaal van de hele organisatie.”
In mijn functie heb ik de verantwoordelijkheid voor verschillende diensten met betrekking tot publiek. Hieronder vallen communicatie, bezoekersonthaal en publiekswerking. Iedereen die met publiek bezig is, valt onder deze afdeling. Onze algemene visie op publiekswerk is dat wij een open huis in het midden van de stad willen zijn. Wij willen de hele stad bereiken. Je kunt ons podiumkunstenhuis vergelijken met een plein; het is een plek waar mensen samenkomen en elkaar ontmoeten.
Om dit te bereiken ontwikkelen wij verschillende projecten. Deze projecten worden verzorgd door onze cel publiek, maar ook door de artistieke cel. De artistieke cel is verantwoordelijk voor de kunsteducatieve omkadering van voorstellingen in de vorm van bijvoorbeeld workshops, een webtool, voor- en nagesprekken. Hun inhoudelijke omkadering ondersteunt de voorstellingen, deze projecten worden op maat ontwikkeld voor scholen en vrij publiek. In deze projecten wordt de brug geslagen tussen de artistieke werking en het publiek.
De publiekswerking maakt de omgekeerde beweging; van het publiek naar het huis dus. Los van de reguliere, artistieke programmering zetten we initiatieven op poten die publiek naar het huis toe leiden. Zo is er bijvoorbeeld een jaarlijkse boeken-kaft-middag, waarop kinderen bij ons hun boeken kunnen kaften met speciaal hetpaleis kaftpapier. Voorheen gebeurde dit alleen bij ons in het theater, maar wij organiseren dit nu ook op andere locaties in de stad. Initiatieven zoals deze hebben niet rechtstreeks met de programmering te maken, maar ze hebben wel invloed op het beeld van onze organisatie waarmee mensen bij ons binnenkomen.
Maar, die mensen komen niet zomaar binnen. Wij moeten dus niet alleen een open huis zijn, maar ook zelf de mensen opzoeken. Daarom voeren wij regelmatig publieksonderzoeken uit. Daarmee krijgen we inzicht in de drempels die mensen ervaren en mede op deze onderzoeken baseren wij onze projecten. Zo ontdekten we dat veel mensen een financiële drempel ervaren, dergelijke praktische drempels zijn redelijk eenvoudig om aan te pakken en dat deden wij dan ook direct. Een moeilijkere drempel om te overwinnen is de psychologische drempel; voor sommige mensen is het moeilijk om uit zichzelf binnen te stappen en te participeren. Er zijn mensen die simpelweg niet naar binnen durven, met verschillende redenen zoals: ze gaan me aankijken, ik weet niet hoe ik me moet kleden, theater is iets voor Belgen, ik weet niet hoe dat gaat, een ticket kopen en wanneer mag ik applaudisseren? In het wegnemen van deze drempels heeft de publiekswerker een belangrijke rol. De publiekswerker is het vertrouwde gezicht van hetpaleis, zij stelt mensen op voorhand gerust en betrekt hen door middel van gesprekken, kleine en grote projecten. Publiekswerking maakt mensen vertrouwd met de plek, de gewoontes en de mensen. Doordat je de organisatie een gezicht geeft, is de eerste psychologische drempel al overwonnen.
Het is niet eenvoudig om precies te zeggen waar de scheidslijn ligt, maar er is wel duidelijk een verschil in intentie. Werving gaat voor mij over het zorgen dat mensen een ticket kopen en je voorstellingen bezoeken. Ook met dit doel kan creatief en op verrassende wijze worden gecommuniceerd, maar het kopen van het ticket blijft het doel.
Publiekswerking gaat over het bouwen van netwerken in de stad en mensen op een andere manier aan hetpaleis verbinden. Het doel is om ons huis in de stad te verankeren. Antwerpen is een zeer diverse stad, en al die mensen hebben verschillende wensen en achtergronden. De publiekswerker moet vinger aan de pols blijven houden, en weten wat er in de stad speelt. Alleen op die manier kun je zelf relevant blijven want als je niet inspeelt op de behoeften van de stad dan kun je net zo goed sluiten.
Het netwerk dat de publiekswerker bouwt is belangrijk voor de openheid van hetpaleis. Veel organisaties zoeken een aanspreekpunt binnen een groot huis zoals hetpaleis. De publiekswerker vervult deze rol, maar ze gaat ook zelf bewust op zoek naar andere organisaties. Ieder contact en ieder gesprek verfijnt onze visie op ons huis en onze visie. Zo wordt hetpaleis niet alleen een deel van de stad, maar wordt de stad ook een deel van ons.
Het publiekswerk levert ons vooral inzichten op. We praten veel over de bevindingen, met elkaar en met het publiek. Omdat wij ons richten op een jonge doelgroep, betekent dat dat we eerder te maken krijgen met een veranderende samenleving. Daar moeten wij alert op zijn, het creëert namelijk zowel problemen als kansen. Met het publiekswerk komen deze aan het licht: je weet wie je publiek is en hoe je op ze in kan spelen.
Daarnaast ervaren wij ook meer betrokkenheid bij onze organisatie met mensen van buitenaf en dit groeit nog steeds. Publiekswerking probeert het huis regelmatig uit handig te geven aan kinderen en jongeren. Deze focus op eigenaarschap, onder het motto ‘hetpaleis is van u’ is een belangrijke manier van denken voor ons publiekswerk. Dit jaar gaan wij dat ook uitbreiden met een ambassadeursproject met deelnemers tussen de 6 en 16 jaar. Een seizoen lang gaan wij in dialoog met hen en geven we ze de ruimte om binnen ons huis te experimenteren. Hoewel dit project nog van start moet gaan, wordt er al enthousiast op gereageerd. Er zijn kinderen en jongeren die nog nooit bij ons een voorstelling zagen, die nu wel deze uitdaging aan willen gaan.
Sofie Vermeiren is diensthoofd publieksbemiddeling bij het M-museum in Leuven. Een uniek museum door de combinatie van hedendaagse kunst en oude meesters in het historische centrum van Leuven.
Als hoofd van de dienst bemiddeling begeleid ik een team met daarin drie publiekswerkers. Wij verzorgen diverse soorten bemiddeling tussen de kunstwerken en het publiek. Op zaal zijn er rondleidingen en groepsbezoeken, maar ook digitale tools waaronder verschillende audiotours. Daarnaast hebben wij een breed aanbod publiekswerkingsactiviteiten voor iedereen, van peuters tot ouderen. Ons aanbod publieksbemiddeling staat altijd in functie van het publiek.
Een project waar we nu aan werken is een tentoonstelling gemaakt voor en door studenten uit de stad. Leuven is een studentenstad, maar die studenten bereiken wij nog niet optimaal. Het maken van een tentoonstelling met mensen uit de stad is iets wat wij vaker doen, maar in de samenwerking met de studenten gaan we een stap verder. Uit vele aanmeldingen werden acht studenten geselecteerd die bij ons een traject volgen, waarin zij verschillende aspecten van het maken van een tentoonstelling leren. Ze mogen zelf met een voorstel voor een tentoonstelling komen, gelinkt aan onze collectie. Deze tentoonstelling wordt getoond in het voorjaar van 2019. De studenten zullen ook de publieksbemiddeling en communicatie verzorgen. Verder worden studenten opgeleid tot gids voor deze tentoonstelling.
In het museum is er een speciaal programma voor personen met dementie. Een deel van onze medewerkers is speciaal opgeleid om deze mensen te begeleiden. Zij verzorgen speciale rondleidingen waarin rustig de tijd wordt genomen om de werken te bekijken en ruimte is voor wat de werken bij de dementerende bezoeker losmaken. De rondleidingen sluiten aan op hun belevingswereld en zijn erop gericht om de verbeelding van deze mensen aan te spreken. Wij merken dat er tijdens deze rondleidingen vaak persoonlijke verhalen bij de bezoeker boven komen. Daarom hebben wij enkele van onze bezoekers, die beginnend dementerend zijn, gevraagd om naar de opening van onze nieuwe tentoonstelling te komen. De verhalen die tijdens dit bezoek naar boven kwamen, zijn vervolgens gebruikt in de audiotour. Daarbij hebben we er bewust niet de nadruk op gelegd dat deze personen lijden aan dementie.
Onze afdeling publiekswerking bestaat uit drie diensten: communicatie, publieksbemiddeling en publieksonthaal, verkoop en bezoekersmanagement. Samen werken wij aan de werving van nieuw publiek voor ons museum en aan een optimale ervaring voor onze bezoekers. Om dit te bereiken werken we nauw samen en delen we een kantoor.
Een voorbeeld: het kan zo zijn dat iemand van bezoekersmanagement opmerkt dat een bepaalde groep niet door ons wordt bereikt. Samen gaan we dan op zoek naar een manier om deze groep te bereiken. De dienst bemiddeling zal vervolgens voor deze groep een project of activiteit ontwikkelen. Communicatie zorgt er daarna weer voor dat het verhaal van dit project gedeeld wordt. Er is dus geen sprake van een scheidslijn: wij werken samen om het publiek te bereiken.
Enerzijds is er een effect te zien in de cijfers: door de projecten trekken wij meer bezoekers. Wanneer wij een participatieproject met sociale inslag ontwikkelen, merken wij dat de achterban van de deelnemers ook naar de betreffende tentoonstelling komt. Zij maken dan kennis met het museum en onze hoop is dat zij later terugkomen naar een volgende tentoonstelling. Dit gebeurt echter niet zomaar; het opbouwen van een duurzame relatie met het publiek is een proces waarin je moet blijven investeren, anders verwatert het contact.
Zo hebben we bij een project voor schoolklassen de kinderen uitgenodigd om hun ouders rond te komen leiden. Vaak hebben deze ouders ons museum ook nog nooit bezocht. De hoop is dat de ouders na de rondleiding van hun kinderen vaker terugkomen. Bezoekers een eerste keer bereiken is al belangrijk, maar je moet ook investeren in een duurzame relatie met publiek van de toekomst.
Anderzijds levert publiekswerking een goed imago op. Door middel van onze sociale projecten verzamelen wij mooie verhalen. Middels deze verhalen tonen we als museum dat we maatschappelijk betrokken zijn. Met die reden doen wij ook veel aan publieksonderzoek: om betrokken te kunnen zijn moet je weten wat er in je omgeving speelt. Bovendien leveren deze onderzoeken ons soms mooie ideeën op waar wij zelf nog niet aan hadden gedacht.
Door de naam die wij in Vlaanderen hebben opgebouwd met onze publiekswerking en de openheid over onze projecten en verhalen, weten sociale organisaties ons ook te vinden voor samenwerkingen. Recent zijn wij bijvoorbeeld benaderd door een gevangenis voor een project. Dit is een samenwerking die wij graag aangaan. Nu nog bekijken hoe we dat aanpakken.
Meer weten over de toepassing van publiekswerking in de Nederlandse cultuursector? Op 14 november 2019 organiseren wij in Tilburg een .