Waar liggen de kansen voor Nederlandse musea?

Het museum als verhalenverteller

#Communicatie
22 feb 2016

Storytelling is steeds belangrijker in de culturele sector. In dit artikel zet docent en onderzoeker Ruurd Mulder uiteen hoe storytelling werkt en waar de kansen liggen voor Nederlandse musea. Hij legt dit uit aan de hand van Nussbaumhaus, een museum in Osnabrück.

Door R.G. Mulder
Ruurd Mulder is als docent-onderzoeker verbonden aan het lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam.

Nieuwe belangstelling voor Nussbaum

Het gaat misschien wat ver om te spreken van een Nussbaumwelle, maar de recente aandacht voor deze Duits-Joodse schilder uit Osnabrück was op zijn minst opmerkelijk. De belangstelling voor Nussbaum kwam goeddeels voort uit de publicatie van ‘Orgelman, een schildersleven’. In 2015 werd dit boek van Mark Schaevers bekroond met de Gouden Uil en genomineerd voor de ECI-literatuurprijs. Voor Nieuwsuur vormde het winnen van de Gouden Uil aanleiding om precies op 4 mei een item te wijden aan Schaevers’ boek en Nussbaum’s lotgevallen. Het televisieprogramma typeerde Nussbaum’s werk als een ‘geschilderd oorlogsdagboek’. Het noemde de kunstenaar een van de beroemdste schilders van de 20ste eeuw en ‘de Anne Frank van de beeldende kunst’. Het eerste was opvallend, want na WOII waren Nussbaum en zijn werk nagenoeg vergeten.

Sinds 1998 is in Osnabrück het Nussbaumhaus gevestigd, waar het een toeristische trekpleister van enige importantie is. Omdat Nussbaum’s levensverhaal, werk en de totstandkoming van de collectie verhalen zijn die verteld moeten worden, is het voor cultuurmarketeers interessant om na te gaan in hoeverre het Nussbaumhaus iets aan storytelling doet.

Storytelling in musea
Felix Nussbaum – Sunflowers.

Het leven van Felix Nussbaum als bron van verhalen

In het kort komt Nussbaum’s leven erop neer dat hij in 1904 werd geboren in Osnabrück en studeerde aan de kunstacademies van Hamburg en Berlijn. Hij brak redelijk snel door en ging in 1932 studeren in Rome. Tijdens zijn verblijf in de Eeuwige stad schudde hij nog nietsvermoedend de hand van Joseph Goebbels. Tussen zijn jaren in Rome en zijn dood leefde hij als balling in Frankrijk en België. Duitsland zou hij tot vlak voor zijn dood niet meer terugzien.

Met de laatste Duitse trein werd hij vanuit de Mechelse Dossin Kazerne naar Auschwitz vervoerd waar hij stierf in 1944. De werken die hij gedurende die exilperiode maakte, werden langzaam maar zeker teruggevonden en tentoongesteld in het door Daniël Libeskind ontworpen Felix Nussbaumhaus.

Het concept van storytelling

Alvorens in te gaan op de vraag in hoeverre het Nussbaumhaus aan storytelling doet, is het van belang om na te gaan of de werking van storytelling in musea wel zo groot is als de pleitbezorgers ervan hopen en vermoeden. Anders gezegd: werkt het eigenlijk wel in de praktijk? Intuïtief is het een aansprekend concept, maar daarmee is weinig bewezen. Veel teksten en boeken over storytelling hebben een sterk ‘how to…’ karakter en argumenten voor het gebruik ervan hebben in dergelijke boeken een nogal casuïstisch karakter.

Het bewijs voor het effect van storytelling wordt door pleitbezorgers van storytelling vooral gezocht in de wijze waarop de hersenen op verhalen reageren. Wanneer mensen worden geconfronteerd met verhalen leidt dat tot meer activiteit in bepaalde delen van de hersenen. Met dergelijke bewijsvoering moet wel enigszins voorzichtig worden omgesprongen. De hersenen van een dode zalm geven onder een MRI-scan ook nog signalen af die zouden duiden op hersenactiviteit.

Maar het zijn niet alleen MRI-scans die als bewijs voor storytelling worden aangedragen. Verhalen bevorderen volgens sommige auteurs ook de aanmaak van dopamine en serotonine, stoffen die ervoor zorgen dat iemand zich prettiger voelt. Andere, meer sociaal-culturele argumenten die ten slotte worden aangedragen om de effectiviteit van storytelling te onderbouwen zijn de hedendaagse hang van mensen naar authentieke verhalen en de talrijke mogelijkheden die online en sociale media bieden om informatie met elkaar te delen, iets dat men eerder doet met verhalen die boeien dan met een platte, informatieve boodschap.

Los van deze enigszins impressionistische bewijsvoering bestaat er ook veldonderzoek aan de hand waarvan iets gezegd kan worden over de kracht van storytelling. Empirisch onderzoek naar de effecten van audiotours heeft uitgewezen dat gebruikers daarvan langer verblijven in musea en meer tijd spenderen aan exposities die worden ondersteund door een audiotour. Onderzoek van het lectoraat Cross Media Utrecht wees al langer geleden uit dat verhalen positieve invloed hebben op de houding van bezoekers ten aanzien van museumbezoek en dat de bereidheid om het bezochte museum aan te bevelen bij vrienden en familie toeneemt als gevolg van storytelling.

5 toepassingen van storytelling

Gelet op de diversiteit aan musea in Nederland en de breedte van het begrip storytelling, kunnen musea op uiteenlopende manieren verhalen een rol laten spelen bij het inrichten van exposities en het presenteren van de vaste collectie. Even kortweg en gestructureerd zijn dit de mogelijkheden daartoe:

  1. Een verhaal vertellen bij of aan de hand van een object.
  2. Personages met hun verhaal verbinden met een object of meerdere objecten.
  3. Personages verbinden met de presentatie als geheel.
  4. Objecten verbinden door middel van een verhaal om deze zo binnen een bepaalde historische of maatschappelijke context te plaatsen.
  5. Een tentoonstelling of collectie integraal als een verhaal te presenteren.

Vooral met historische collecties

Het is niet moeilijk om in de Nederlandse museumwereld voorbeelden te vinden van storytelling. Sommige instellingen zijn daarbij innovatiever dan anderen, wat niet wil zeggen dat een vernieuwende aanpak leidt tot gejubel alom. Zo werd het verbouwde Scheepvaartmuseum – een en al verhaal – volop geprezen maar was infantilisering ook een van de woorden waarmee het vernieuwde museum werd getypeerd. Daar stond tegenover dat voorstanders van storytelling het museum roemden om de open manier waarop mensen met ‘museumangst’ tegemoet werden getreden en op hun gemak werden gesteld. Het gerenoveerde Spoorwegmuseum, dat ook sterk inzet op beleving en storytelling, kreeg eveneens kritiek te verduren nadat het roer was omgegooid. Het ontbreken van informatieve teksten leidde tot klagende bezoekers die meer kennis wensten op te doen over de tentoongestelde wagons, treinstellen en locomotieven. Het aloude tekstbord werd gemist.

Veel wijst erop dat voor kindermusea storytelling eerder wordt geaccepteerd dan bij musea met een meer volwassen doelgroep. De noodzaak om een collectie verhalenderwijs te presenteren wordt sterker gevoeld bij musea met kinderen als primaire doelgroep. Een goed voorbeeld daarvan is het Verzetsmuseum Junior dat scholieren kennis laat maken met Jan, Eva, Nelly en Henk die als kind de oorlog beleven. Via deze kinderen komen de jeugdige bezoekers meer te weten over het leven in de oorlog, de Jodenvervolging, het verzet en hoe het was om op te groeien in een NSB-gezin. Het Verzetsmuseum is niet het enige oorlogsmuseum dat gebruik maakt van storytelling. Het Nationaal Militair Museum organiseert ‘De militair vertelt’. Wekelijks kunnen bezoekers van het museum luisteren naar de persoonlijke verhalen van militairen.

Storytelling in musea
De militair vertelt. Storytelling in het Nationaal Militair Museum.

Het Bastogne War Museum doet op een manier die lijkt op de aanpak van het Verzetsmuseum Junior eveneens aan storytelling. In het museum worden bezoekers voorgesteld aan vier personages die uitleggen hoe zij zelf de oorlogsjaren in Bastogne hebben beleefd. De verschillende verhaallijnen komen samen wanneer de personages belanden in een kelder onder een nagebouwd Bastenakens café, een levensecht decor voorzien van caféstoeltjes voor de toeschouwers. Dat juist oorlogsmusea storytelling omarmen is waarschijnlijk geen toeval. Personages en verhalen maken identificatie mogelijk en bevorderen de empathie bij de bezoeker, waardoor de aangedragen informatie meer emotionele lading krijgt en beter beklijft. Bovendien vormen liefde en strijd voor talloze verhalen de belangrijkste ingrediënten. Zonder oorlog en revolutie zou een deel van de wereldliteratuur ongeschreven zijn gebleven.

Storytelling in kunstmusea

Er zijn ook voorbeelden te vinden van storytelling in kunstmusea, maar deze zijn zeldzamer. Het Van Gogh Museum maakt zowel digitaal als bij de presentatie van de collectie gebruik van verhalen uit Van Goghs leven en het Stedelijk Museum Amsterdam liet voor de tentoonstelling On The Move fotografen een videoboodschap inspreken zodat zij op verhalende wijze hun werk konden toelichten. Overigens doen niet alleen bekende kunstmusea aan storytelling. Het Museum voor hedendaagse Aboriginal kunst in Utrecht werkt met een Storyteller App om zo de vertelcultuur van de Aboriginals voor bezoekers tot leven te brengen.