Transitie naar museum voor makers

TextielMuseum weekt los van stoffig imago

Naast tentoonstellingen op het gebied van kunst, mode en design, huisvest het TextielMuseum het TextielLab en zijn eigen merk ‘by TextielMuseum’. Evelien Platteeuw vertelt hoe deze drie pijlers de basis vormen voor hun contentstrategie, waarbij een vernieuwingsslag naar makersmuseum centraal staat.

Door de redactie

Fotografie

TextielMuseum

Het TextielMuseum is er voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis en toekomst van textiel. Het museum, gevestigd in een voormalige textielfabriek in Tilburg (ooit een belangrijke wolstad), werd na een verbouwing in mei 2008 heropend. Vanaf 2014 maakt het museum een professionaliserings- en vernieuwingsslag door.

In 2017 wint het TextielMuseum de BankGiro Loterij Museumprijs in de categorie ‘Design & Mode’: “Het museum is om meerdere redenen uniek. Niet alleen vanwege de locatie, maar ook omdat het de enige plek ter wereld is waar kunst, design, erfgoed en ambacht en innovatie samenkomen.” Vanaf dat moment ziet het museum zijn bezoekersaantallen stijgen tot 78.000 per jaar.

textielmuseum tilburg makersmuseum textiellab damastweverij

Met een kaartje voor het museum heb je als bezoeker ook toegang tot het TextielLab. Dit lab fungeert als werkplaats van het museum, waar dagelijks wordt gewerkt aan nieuw en innovatief designtextiel. Om in het lab te mogen werken, dienen kunstenaars, mode-ontwerpers, designers en studenten een aanvraag in voor een jaar. Andersom zet het TextielMuseum ook collectie-opdrachten uit: geselecteerde kunstenaars en ontwerpers voeren er een ontwerp uit dat te zien zal zijn in een tentoonstelling om uiteindelijk toegevoegd te worden aan de collectie van het museum. Een deel hiervan is ook weer te koop onder de noemer ‘by TextielMuseum’, het eigen merk van het museum. Op die manier maakt het museum de cirkel mooi rond.

Vernieuwing: op naar een makersmuseum

Wanneer Platteeuw drieënhalf jaar geleden bij het TextielMuseum start, zet ze samen met een collega de marketingcommunicatiestrategie from scratch op. Dat is in eerste instantie ballen hooghouden: zorgen dat alles loopt en de website en social media op orde zijn. Vervolgens schrijft Platteeuw een strategisch social mediaplan, waarin de keuze wordt gemaakt om een frisse wind te laten waaien door de social mediakanalen en vrijwel alleen gebruik te maken van Facebook en Instagram. Vanuit de drie verschillende onderdelen van het museum (museum, lab en label) deelt het TextielMuseum zijn content in op thema’s.

Het maakproces staat hierin centraal. De inhoud en het verhaal achter het textiel is voor het museum erg belangrijk om te vertellen; op deze manier zet het museum storytelling in om het TextielLab en het eigen merk te laden. Dat is hard nodig, want bezoekers van het TextielMuseum weten voorafgaand aan een bezoek niet goed wat ze moeten verwachten, vertelt Platteeuw. “We horen vaak terug dat mensen heel erg verrast zijn na een bezoek. Daarom willen we via alle kanalen overbrengen wat we hier precies doen en dat we een heel uniek concept in handen hebben. We zijn zoveel meer dan een stoffig museum!”