Doordat de theaters, bioscopen en concertzalen nog zeker tot eind maart dicht zijn, ontstaat er straks wellicht een enorm overschot aan voorstellingen, films en concerten. Repetities en opnames door professionals kunnen blijven plaatsvinden, voor bijvoorbeeld digitale voorstellingen en live-streams. Er zijn veel zorgen in de podiumkunsten- en de filmsector over wat er gaat gebeuren als de beperkingen worden opgeheven. Veel muziekfestivals zijn naar het najaar. Maar is dat ?
Directeuren van kunstonderwijs instellingen, discipline breed, maken zich zorgen over de doorstroming van hun afgestudeerden, zo bleek uit een artikelenreeks van NRC over het kunstonderwijs in lockdown. Zodra het muziekleven weer opstart, voorziet directeur , Koninklijk Conservatorium Den Haag, een probleem: opstopping bij de concertzalen. ‘De natuurlijke stroom is onderbroken. Zalen gaan nog een hele tijd de eerder gecancelde concerten met grote namen herprogrammeren. Normaal is het al moeilijk er als nieuwkomer tussen te komen, nu zal dat voorlopig wel helemaal niet lukken.’
Veel theatervoorstellingen die vorig jaar werden geannuleerd, zijn doorgeschoven en moeten alsnog worden gespeeld. Hoe krijg je deze voorstellingen, die zoals Theaterkrant het noemt werden gezet, nog allemaal geprogrammeerd? sprak begin februari over deze kwestie onder meer met verkoper Marloes Marinussen. Marinussen: ‘Je zou kunnen zeggen: stop met nieuwe producties maken, maar produceren is een langdurig en zorgvuldig proces. Bovendien willen theatermakers juist nu nieuw materiaal ontwikkelen en geef ze eens ongelijk. Wel hebben wij met onze mensen besproken dat het slimmer is voor komend seizoen niet verschillende, maar één nieuwe voorstelling te maken voor de theaterzaal.’ Er wordt gezocht naar alternatieven, zegt Marinussen. ‘Zo zou de voorstelling Desiree van Magne van den Berg met René van ’t Hof al twee keer in première zijn gegaan en moest dat twee keer worden uitgesteld. Daarvoor hebben we nu een aanvraag ingediend bij de NPO. Dat zou namelijk een geschikte voorstelling zijn om te verfilmen en uit te zenden.’
Volgens Anton Scholten, voorzitter van de Beroepsvereniging van Film- en Televisiemakers (NBF), is er straks sprake van van niet-uitgebrachte films. Nu ligt het bij filmmakers natuurlijk anders dan bij de podiumkunsten. ‘Niemand die een serie of film heeft voltooid, of bijna zo ver is, gaat nu nog kijken of hij het toch niet beter aan een streamingdienst kan verkopen. Een titel wordt namelijk eerst verkocht en dan pas geproduceerd. Netflix wordt niet gebeld door iemand die nog tien series heeft liggen.” De discussie over de ‘theatre windows’ is volop bezig. Filmfonds directeur Bero Beyer was er in oktober ’20 al duidelijk over. De windows moeten op de schop, er moet in hybride oplossingen worden gedacht en men moet openstaan voor gelijktijdige uitbreng. Overigens, ook zonder de pandemie was 2020 het jaar van streaming geworden: het coronavirus heeft die trend versneld, stelde in zijn terugblik op het bioscoopjaar 2020. Eché Janga, maker van de winnaar van het Gouden Kalf, Buladó, vreest dat de kleine films straks in de verdrukking komen. 2021 wordt een rampjaar voor de kleine film, zei eind vorig jaar van distributeur September Film.
Het woord streaming komt niet zo vaak voor in het advies van de Raad voor Cultuur , dat op 16 november vorig jaar werd aangeboden aan minister van Engelshoven. Er wordt geconstateerd dat er een publiek is voor het streamen van concerten en voorstellingen. En dat er voor kunstenaars en artiesten die zowel digitaal als live werken (zoals muzikanten) het van belang is een betere verhouding te vinden tussen inkomsten uit optredens en inkomsten uit rechten, streaming en verkoop. Welnu, en zijn volop bezig met digitale verdienmodellen van de sector.
ITALive, het nieuwe kanaal van gezelschap Internationaal Theater Amsterdam, is een groot (internationaal) succes en wint meer en nieuw publiek. ‘ITALive wordt ons derde podium, naast de twee zalen in het theater, en krijgt een eigen, volwassen programmering.’, zegt directeur . Bij het debat ‘Streaming is here to stay, or isn’t it?’, werd gepraat over streaming als alternatief voor het live concert. De aanloopkosten van een streamingconcert zijn hoog: door de technische voorzieningen om te streamen, door de bijzondere locatie die gehuurd wordt, de filmploeg en, eventueel, de extra animaties of special effects. Volgens Lieke Timmermans, TivoliVredenburg, is dat voor beginnende artiesten of voor Nederlandse artiesten (met een kleiner bereik), moeilijk te realiseren.
Ook voor klassieke musici is het moeilijk geld te verdienen via het internet. sprak met pianist Christiaan Kuyvenhoven. Hij liep als eenling algauw tegen grenzen aan. ‘Content produceren is arbeidsintensief, en om het rendabel te maken, heb je een lange adem nodig.’ Zijn streams leverden hem slechts 1.500 euro op, ook omdat het Amerikaanse donatieplatform Patreon het Nederlandse betalingssysteem iDeal niet ondersteunt. De onlinecursus Gregoriaans voor beginners van Vrouwenensemble Wishful Singing daarentegen was wel succesvol. Michaël Nieuwenhuizen, ooit betrokken bij conferentie ClassicalNEXT. ‘Met het streamen van conventionele concerten ga je het niet redden’, zegt hij. ‘Al was het maar omdat klassieke muziek in de zaal altijd beter klinkt. Je moet iets extra’s bieden.’
onderscheidt drie pijlers, die online voorstellingen en concerten tot een succes maken: FOMO (Fear Of Missing Out), hoogwaardige beeld/geluidkwaliteit en betalen voor meerwaarde. ITALive maakt duidelijk dat er nieuw publiek wordt gevonden. Maar waar is de beleving, de interactie met het publiek, zo kenmerkend voor de live ervaring? Monique van Dusseldorp laat inspirerende voorbeelden zien, waarin op verschillende manieren het publiek zichtbaar werd en iets van zichzelf kon laten zien. Volgens een onderzoek van is zichtbaar blijven en contact behouden met het publiek de belangrijkste reden voor Rotterdamse culturele instellingen om online aanbod in te zetten. vraagt zich af of digitaal theater nog wel theater is. Ze is bang dat mensen al te zeer zullen wennen aan digitaal theater. Cultureel socioloog stelt dat het groepsgevoel dat muziek kan creëren verloren gaat in een digitale omgeving.
Voor poppodia blijkt een verdienmodel lastig. Voor normale liveoptredens geldt dat over de ticketprijs het lage btw-tarief van 9 procent in rekening gebracht mag worden. Maar als datzelfde concert online tegen betaling wordt gestreamd, dan komt er 21 procent omzetbelasting bovenop. Zeer terecht dat Kunsten’92 in haar pleit voor een laag btw-tarief voor het online uitzenden van cultuur.
Voor een overzicht van online culturele initiatieven, verwijs ik graag naar van Boekman.