Het Nieuwe Instituut innoveert met online platform 'Enter'

Online toolkit leidt tot hybride programma

Afbeelding Het Nieuwe Instituut
21 okt 2020

Om de plotselinge toename van het online aanbod te faciliteren, ontwikkelde Het Nieuwe Instituut tijdens de coronacrisis het nieuwe (interne en externe) online platform ‘Enter’.

Door de redactie

Fotografie

Johannes Schwartz

Het Nieuwe Instituut in Rotterdam fungeert sinds 2013 als museum en agentschap voor architectuur, design en digitale cultuur. Daarnaast zijn ze ook in het bezit van de rijkscollectie voor Nederlandse architectuur en stedenbouw. Net als alle andere musea, moest ook Het Nieuwe Instituut als gevolg van de lockdown de deuren op 12 maart 2020 sluiten en zoeken naar manieren om de programmering toch door te laten gaan. Het instituut koos voor een online aanbod en ontwikkelde daarvoor een nieuw platform: Enter. Pepijn Lemmens, manager online bij Het Nieuwe Instituut, vertelt over de opzet en ontwikkeling van het platform.

Overstap op online aanbod zorgt voor nieuwe toolkit

Al voor de uitbraak van de crisis had het instituut een pagina op hun website die werd gebruikt voor het livestreamen van events. Die pagina is binnen een dag na de lockdown uitgebreid en omgebouwd naar een subsite waarvoor meer dan 20 online programma’s werden ontwikkeld.

Het online aanbod bestond uit bestaande programma’s die zijn vertaald naar online zoals ‘Thursday Night Live Online’ en de ‘Sunday Scroll’ (voorheen de Sunday Stroll), maar ook nieuw ontwikkelde programma’s zoals ‘Where’s Elzas’, een online expeditie voor globetrotters in quarantaine. Ook ontwikkelde het instituut de ‘Magic Table’, een intern programma waarin medewerkers onder andere hun verzamelobjecten aan elkaar lieten zien en tuintips uitwisselden.

Om de plotselinge toename van de online programmering te kunnen faciliteren, ontwikkelde het instituut een toolkit voor een nieuw online platform. Aan de hand van wensen en eisen van collega’s stelde Lemmens een lijst op met specificaties voor een online platform. Hieruit kwam naar voren dat videochat, chat, livestreaming en online samenwerking aan documenten de belangrijkste eisen waren.