Het TextielMuseum in Tilburg en het Rijksmuseum in Amsterdam tekenden hiervoor om zo kennis te delen op gebied van beheer, behoud, restauratie en onderzoek. Renee de Kruif sprak namens Mestmag.nl met directeur stichting Mommerskwartier (TextielMuseum, Regionaal Archief Tilburg en Stadsmuseum Tilburg) Errol van de Werdt over wat deze samenwerking betekent.
“Er is gekozen voor een samenwerking van vijf jaar omdat dit de gemiddelde tijd is om een plan te realiseren in een organisatie”, begint Errol van de Werdt. “Voordat plannen daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden, gaat er een periode van opstarten, ontwikkelen en onderzoek aan vooraf. Alles moet even gaan lopen en dat lukt niet binnen een jaar. Ook voor subsidieverstrekkers is een plan voor vijf jaar beter om tot resultaten te komen.”
Het TextielMuseum in Tilburg is de afgelopen jaren sterk aan het groeien als instelling. Zowel landelijk als internationaal. Zo is er een geavanceerde werkplaats in huis, genaamd het TextielLab. Het TextielLab levert een grote bijdrage aan de wereldwijde bekendheid van het museum. Het is als het ware een fabriek in de oude fabriek van 100 jaar geleden, waar de laatste technieken worden toegepast om vernieuwende stoffen en toepassingen te ontwikkelen. Grote namen als Jan Taminiau en Viktor & Rolf werkten hier aan hun nieuwste projecten en creaties. Daarnaast heeft het TextielMuseum een eigen label, by TextielMuseum, met huiselijk textiel van diverse ontwerpers, ook vervaardigd in het Lab.
“We zijn gespecialiseerd in een kleine niche van de creatieve industrie en willen deze ambacht doorontwikkelen en ook weer meegeven aan een nieuwe generatie,” aldus Van de Werdt. Door aanvullende expertise en kennis is een samenwerking met het Rijksmuseum zeer interessant volgens Van de Werdt. “Het TextielMuseum bevat veel damasten van de 19e eeuw en later. Het Rijksmuseum daarentegen heeft veel werk van de 17e tot en met de 19e eeuw. Daarom kunnen onze collecties elkaar mooi aanvullen. Wanneer het Rijksmuseum een tentoonstelling heeft en het werk dat zij tentoonstellen loopt tot en met de 19e eeuw, kunnen wij het aanvullen en wordt het een mooi geheel.” Eén van de doelen van de musea is dan ook het vergroten van de zichtbaarheid van elkaars collecties en het bevorderen van de collectiemobiliteit.
Van de Werdt noemt een concreet project waar ze samen aan werken. “In Tilburg hebben we professionele faciliteiten om damasten te wassen en samen willen we onderzoeken hoe de oudere kwetsbare damasten op een verantwoorde manier kunnen worden gewassen. Daar zal onderzoek naar worden gedaan. Op basis van de resultaten van het onderzoek willen we een publicatie samenstellen en een congres organiseren. Zo worden de resultaten van de samenwerking ook zichtbaar voor het publiek.” Aan een tweede project wordt ook nog gewerkt. Dit project heeft te maken met het fotograferen van textiel. “In Amsterdam hebben ze nieuwe technieken ontwikkeld voor het fotograferen van textiel. Die kennis delen we graag met elkaar.”
Over de samenwerking tussen het TextielMuseum en het Rijksmuseum kan Van de Werdt kort en krachtig zijn: “Ja, daar ben ik trots op. Het Rijksmuseum is het belangrijkste museum van ons land en dat ze nu hun waardering uitspreken naar ons door middel van deze samenwerking is erg mooi. Het is een belangrijke stap voor ons in de ontwikkeling naar landelijke en internationale bekendheid. We hebben kennis en expertise op het hoogste niveau in huis op textielgebied. Dus deze samenwerking is een erkenning voor onze ervaring en kennis.”
Een laatste en belangrijk aspect wat terugkomt door deze samenwerking, is het uitwisselen van een relatienetwerk. En dat kan ook zeker voordelen hebben voor Brabantse kunstenaars zegt Van de Werdt. “Door de samenwerking weten we elkaar gemakkelijker te vinden en zijn de contacten intensiever.”