Overal in de culturele sector zien we data-gerelateerde projecten en programma’s. Welbekend zijn de online platforms voor datadeling zoals de , open data bij overheid en op sector/brancheniveau data van de , de , de en de . Dit zijn voorbeelden van brede en open informatie voorziening. Daarnaast zijn er initiatieven specifiek gericht op data van en voor culturele organisaties, zoals de Taskforce Samenwerkingsverband Publieksdata en het Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP). De verwachtingen en ambities van zulke platforms lopen uiteen van beter geïnformeerde sector(en), beter geïnformeerd beleid, meer mogelijkheden tot monitoring, tot het gericht verbeteren van organisatieprocessen. Maar we zien ook ongemak, met vragen over meetbaarheid van kunst en cultuur, doelen en waarden bij dataverzameling, en inzet van data bij publieke verantwoording en beleidsvorming.
Zulke vragen hebben te maken met bredere maatschappelijke discussies over ‘dataficatie’ – het proces waarbij allerlei fenomenen (zoals menselijk gedrag) in gekwantificeerde vorm worden gegoten zodat ze gemakkelijker kunnen worden geanalyseerd (Dijck 2014). Data komen voort uit sociaal-culturele praktijken; tegelijkertijd beïnvloeden data die praktijken: er zijn keuzes gemaakt over wat wel en niet wordt verzameld, ze geven de illusie dat fenomenen zijn te categoriseren en te classificeren en worden vervolgens ontsloten via onder andere visualisaties en rapporten voor specifieke doelgroepen. Toch krijgen data een belangrijke rol in de verantwoordingsprocessen van culturele organisaties en beleidsmakers aan hun omgeving.
Allereerst is het belangrijk om stil te staan bij het begrip verantwoording. We noemen een proces (publieke) verantwoording als een culturele instelling verplicht is of zich verplicht voelt om haar optreden uit te leggen en te rechtvaardigen tegenover subsidiegevers (zoals de overheid), bezoekers, makers of andere belang hebbenden (Bovens et al. 2009). Verantwoording is een belangrijk proces, zeker in de culturele sector, waar van oudsher de overheid zich niet met de inhoud van cultuur bemoeit, maar wel verantwoording vraagt over de verstrekte subsidies. Daarmee is in veel gevallen het verantwoordingsproces, naast de subsidieverlening zelf, een belangrijk instrument dat overheden in handen hebben om de sector enigszins te sturen.