Zegen of last?

Verantwoording met data

#Data
27 feb 2023

Data vervullen een steeds belangrijkere rol in de verantwoordingsprocessen van culturele organisaties en beleidsmakers. Ondanks voordelen van meer en open informatie, zorgt ‘dataficatie’ ook voor ongemak. Drie spanningsvelden waar de schoen wringt.

Door Sjors Overman & Claartje Rasterhoff
Overman is universitair docent aan de Universiteit Utrecht, departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap. Rasterhoff is universitair docent aan de Universiteit Maastricht en gespecialiseerd in cultuuronderzoek met gebruik van digitale methoden.
Dit artikel verscheen eerder in Boekman 133: Onderzoek en data. Boekman is hét tijdschrift over trends in kunst en cultuur en informeert thematisch over trends en structurele verschuivingen in de culturele sector en de cultuurpolitiek.
Fotografie

Foto door fauxels

Overal in de culturele sector zien we data-gerelateerde projecten en programma’s. Welbekend zijn de online platforms voor datadeling zoals de Cultuurmonitor, open data bij overheid en op sector/brancheniveau data van de Museumvereniging, de bibliotheken, de erfgoedsector en de game-industrie. Dit zijn voorbeelden van brede en open informatie voorziening. Daarnaast zijn er initiatieven specifiek gericht op data van en voor culturele organisaties, zoals de Taskforce Samenwerkingsverband Publieksdata en het Digitaal Informatieplatform Podiumkunsten (DIP). De verwachtingen en ambities van zulke platforms lopen uiteen van beter geïnformeerde sector(en), beter geïnformeerd beleid, meer mogelijkheden tot monitoring, tot het gericht verbeteren van organisatieprocessen. Maar we zien ook ongemak, met vragen over meetbaarheid van kunst en cultuur, doelen en waarden bij dataverzameling, en inzet van data bij publieke verantwoording en beleidsvorming.

Rol in verantwoordingsprocessen

Zulke vragen hebben te maken met bredere maatschappelijke discussies over ‘dataficatie’ – het proces waarbij allerlei fenomenen (zoals menselijk gedrag) in gekwantificeerde vorm worden gegoten zodat ze gemakkelijker kunnen worden geanalyseerd (Dijck 2014). Data komen voort uit sociaal-culturele praktijken; tegelijkertijd beïnvloeden data die praktijken: er zijn keuzes gemaakt over wat wel en niet wordt verzameld, ze geven de illusie dat fenomenen zijn te categoriseren en te classificeren en worden vervolgens ontsloten via onder andere visualisaties en rapporten voor specifieke doelgroepen. Toch krijgen data een belangrijke rol in de verantwoordingsprocessen van culturele organisaties en beleidsmakers aan hun omgeving.

Allereerst is het belangrijk om stil te staan bij het begrip verantwoording. We noemen een proces (publieke) verantwoording als een culturele instelling verplicht is of zich verplicht voelt om haar optreden uit te leggen en te rechtvaardigen tegenover subsidiegevers (zoals de overheid), bezoekers, makers of andere belang hebbenden (Bovens et al. 2009). Verantwoording is een belangrijk proces, zeker in de culturele sector, waar van oudsher de overheid zich niet met de inhoud van cultuur bemoeit, maar wel verantwoording vraagt over de verstrekte subsidies. Daarmee is in veel gevallen het verantwoordingsproces, naast de subsidieverlening zelf, een belangrijk instrument dat overheden in handen hebben om de sector enigszins te sturen.

Myopische verantwoording