Op 26 september 2016 organiseerde ACMC in samenwerking met Rotterdam Festivals een kenniscafé waar verschillende ervaringsdeskundigen spraken over co-creatie in de Nederlandse cultuursector.
De manier waarop publiek zich verhoudt tot makers is de afgelopen jaren fundamenteel veranderd. Deze ontwikkeling is zowel voor makers als marketeers heel interessant. Het publiek vindt de weg in het aanbod niet meer via een gezaghebbende recensent, via muziekbladen of via programmaboekjes, maar via festivals en social media, aldus Cor Wijn. Wijn is seniorconsultant Cultuur & Erfgoed bij BMC en hij is één van de sprekers op de bijeenkomst. Doordat de communicatielijnen steeds korter en directer worden ontstaan er meer kansen voor co-creatie, stelt hij.
De gastsprekers delen hun visie op co-creatie, inclusief valkuilen, kansen en eigen ervaringen.
Co-creatie is de samenwerking tussen makers en publiek of verschillende (culturele) organisaties om iets nieuws te creëren kunst, muziek, voorstellingen et cetera. Gezamenlijk is men verantwoordelijk voor de resultaten. Dat is echter één algemene interpretatie. Zo kunnen de mate van invloed en verantwoordelijkheid per project en organisatie erg verschillen.
Wijn constateert drie motieven voor de toepassing van co-creatie:
Vaak gaat het om combinaties van deze motieven.
Co-creatie spreekt erg aan vanwege de mogelijkheden die het biedt met betrekking tot het draagvlak gesprek. Samenwerking in het kader van co-creatie werkt volgens Wijn op drie voorwaarden:
1) Gelijkwaardigheid van ieders input
2) Dialoog
3) Common ground (gelijkgestemd)
Met name dat eerste punt kan een struikelblok zijn. Wijn ziet vaak een gebrek aan gelijkwaardigheid. De instelling doet alsof er sprake is van co-creatie, maar laat in het proces vaak de eigen waarden prevaleren en deelnemers merken dat. Dan is het eindresultaat geforceerd en gekunsteld.