Over de spagaat van het mecenaat, tien jaar na Zijlstra

Waar blijft die culture of giving?

15 nov 2021

Kunstenaars vinden het lastig om te vragen, kunstliefhebbers om te geven. Misschien is een andere benadering van mecenas beter: als hoeder van groei in plaats van als redder in nood.

Door Helleke van den Braber
Hoogleraar Mecenaatstudies aan de Universiteit Utrecht
Dit artikel verscheen eerder in Boekman 126: Cultuurbestel als kader of keurslijf? Boekman is hét tijdschrift over trends in kunst en cultuur en informeert thematisch over trends en structurele verschuivingen in de culturele sector en de cultuurpolitiek.
Fotografie

Unsplash

Heeft u de kunsten met een donatie de coronacrisis doorgeholpen? Die vraag
legde het Prins Bernhard Cultuurfonds zomer 2020 aan de Nederlandse bevolking voor (Jongsma et al. 2020). De uitkomst was ontnuchterend: slechts 10 procent van de Nederlanders zei de kunsten extra te hebben gesteund, hoewel ruim 90 procent aangaf cultuurbezoeker te zijn. Driekwart vond cultuur belangrijk voor de maatschappij, en 60 procent ook voor zichzelf. Betekent de aarzeling om zelf te helpen dan dat kunst voor de Nederlander een regeringszaak bij uitstek is? Nee, want maar 1 op de 5 vond dat de overheid de kunsten méér zou moeten steunen. Het onderzoek maakt duidelijk dat kunstconsumenten als de nood aan de man is maar beperkt bereid zijn zich ad hoc als kunstgever te manifesteren. En dat awareness of need, meestal een krachtige motor achter filantropisch geven, kennelijk een minder overtuigend argument is als het op geven aan de kunsten aankomt (Bekkers et al. 2011). Besef van acute nood in de sector alleen trekt cultuurliefhebbers niet over de streep.