Eind 2021 ondervroeg DDMA (Data Driven Marketing Association, de vereniging voor marketing en data) 140 Nederlandse bedrijven naar de inzet van data voor hun organisatie. De onderzoeksresultaten zijn niet cultuurspecifiek, maar bieden een algemeen beeld van hoe het datagedreven vakgebied ervoor staat. Daarnaast zijn de resultaten voor de data-geïnvesteerde cultuurmarketeer bruikbaar als benchmark. Want hoe zetten anderen technologieën, kanalen en budgetten in om met data de (klant)behoefte centraal te stellen? Een aantal highlights:
Datagedreven marketing (en het nemen van datagedreven beslissingen) vanuit een centraal klantbeeld gebeurt bij slechts een kwart van de respondenten. Dat is hetzelfde percentage als in 2020. Dat is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat ongeveer dezelfde groep (24%) beschikking heeft over gecentraliseerde en actuele data. Een iets grotere groep (33%) gebruikt data (al dan niet gecentraliseerd) om besluiten op te baseren.
In het afgelopen jaar hebben de meeste investeringen dan ook bijgedragen aan verkrijgen van klantinzichten (39% van de respondenten), inzicht in de klantreis (ook 39%) en meer/betere klantdata (37%). Bijna de helft (46%) van de ondervraagden geeft aan dat de marketingafdeling volgend jaar meer budget krijgt om te investeren in marketingtechnologie.