De toekomst van publieksparticipatie: de kracht van nieuwe technologie voor musea

25 mrt 2015

"Bereik nieuwe online en offline publieksgroepen met een sterk en uniek verhaal," dat is het idee van de Digital Identity Seminars. Deze interactieve sessies zijn ontwikkeld door Britse social media- en cultuurexpert Abhay Adhikari. In samenwerking met Museum De Lakenhal werden de seminars op 17 en 18 maart 2015 voor het eerst in Nederland aangeboden. Milou van Oene, medewerker communicatie en publiciteit van Museum De Lakenhal, 

Door Digital Identity Seminars

was aanwezig en schreef er een blog over.

Hoe gebruik je sociale media bij het opzetten van een dialoog met je doelgroep? En wie is die doelgroep eigenlijk? Die vragen stonden centraal op de eerste dag van de Digital Identity Seminars op 17 maart 2015. Uiteenlopende strategieën om communities op Twitter, Instagram en Facebook duurzaam aan je project, evenement of instelling te verbinden zijn aan bod gekomen.

Op 18 maart, de tweede dag, zijn de deelnemers actief aan de slag gegaan met de praktische kant van digital campaigning. Daarbij stond het stimuleren van online en offline publieksparticipatie centraal en kwamen uiteenlopende voorbeelden van succesvolle crowdsourcing en -funding voorbij.

Naast deze afwisseling van theorie en praktijk werd elke dag afgesloten met een inspirerende internationale spreker. In deze blog schrijf ik over de belangrijkste learning points van deze sprekers.

‘Wearable technologies’: doe er je voordeel mee

Mar Dixon

Op de eerste dag was de Britse Mar Dixon te gast,
die gespecialiseerd is in digitale media, publieksontwikkeling en draagbare technologieën. Misschien ken je haar van de vele succesvolle online cultuurprojecten die zij initieerde, waaronder #AskACuratorDay en #MuseumWeek.

Als trendwatcher op het gebied van cultuur en digitale ontwikkelingen vertelde zij in Museum De Lakenhal meer over wearable technologies. Wat zijn de trends en hoe kunnen culturele instellingen hun voordeel doen met deze nieuwe technologieën?

“Het klassieke, vaak oudere, museumpubliek wordt door dit soort technologieën niet afgeschrikt of geïntimideerd”

Een voorbeeld van een draagbare technologie is de welbekende ‘Google Glass’, een bril die als het ware werkt als een smartphone en kan worden bediend door middel van stemgebruik.

Een ander voorbeeld zijn ‘smartwatches’, maar bijvoorbeeld ook de meer onbekende Google Cardboard, een kartonnen constructie die om een smartphone gewikkeld kan worden waarmee de gebruiker virtual reality kan ervaren.

De Google CardboardDe Google Cardboard

Draagbare technologie kan een museumbezoek verrijken met bijvoorbeeld gepersonaliseerde informatie, maar ook met nieuwe dimensies als Augmented Reality. Toch is de drempel om hiermee aan de slag te gaan vaak nog hoog.

Een tip van Dixon: organiseer eens een informele middag met gelijkgestemde vakgenoten en nieuwsgierige bezoekers, en ga spelenderwijs ontdekken wat er mogelijk is. Ontwikkelingen als deze negeren is namelijk een gemiste kans voor musea en andere publieke instellingen, want het ziet ernaar uit dat draagbare technologie de toekomst heeft.

Ook wist Mar Dixon de deelnemers te verzekeren dat het klassieke museumpubliek, waaronder traditioneel veel ouderen (in Engeland heel sympathiek Silver Champions genoemd), door dit soort technologieën niet wordt afgeschrikt of geïntimideerd. Zij zijn over het algemeen juist erg enthousiast zodra zij merken wat de nieuwe techniek voor hen kan doen.

‘Placemaking’: hoe on- en offline publieksparticipatie hand in hand gaat

Miz DeShannonDe gastspreker op de tweede middag was de tevens Britse Miz DeShannon. Zij is gespecialiseerd in publieksontwikkeling en -participatie. Ze is communitymanager van de Leeds Art Crawl, een inspirerende case die centraal stond in haar presentatie.

Wat houdt het project precies in? Inwoners en bezoekers van de stad Leeds worden gestimuleerd om foto’s te maken van kunst in de openbare ruimte en deze inclusief locatie te tweeten met de hashtag #LeedsArtCrawl.

“Verhalen komen boven water en discussies worden op gang gezet”

De foto’s komen dan automatisch terecht op de projectwebsite, waar de deelnemende burgerfotografen automatisch onderdeel worden van een community. Er wordt bijgehouden hoeveel kunstwerken je hebt gedeeld en waar je die hebt gefotografeerd.

Leeds Art CrawlOnline en offline publieksparticipatie gaan hier hand in hand, een combinatie die ook voor musea gewild is. Deze vorm van locatiegebonden participatie wordt aangeduid met placemaking.

Miz DeShannon vertelt dat het resultaat niet alleen is dat inwoners meer inzicht krijgen in de kunst van hun stad, maar dat de open data die gegenereerd worden ook van belang zijn voor derden. Zo laten fotografen in hun tweets bijvoorbeeld weten dat er een beschadiging aan een beeld is of dat er een compleet kunstwerk is verdwenen. Er komen verhalen boven water en discussies op gang.

Deze effecten zijn vaak ook het doel van online projecten die musea en andere culturele instellingen starten. Doelgroepen aanzetten tot actie en participatie is niet gemakkelijk en vergt een strategisch plan van aanpak. Handvatten hiervoor hebben de deelnemers van de Digital Identity Seminars na twee dagen voldoende. Het is nu wachten op de eerstvolgende succesvolle projecten!