“IDFA staat voor meer dan alleen een festival.”

Interview met Martine van Duijn

20 nov 2017

Martine van Duijn koos na 8 jaar freelance werk om bij IDFA te beginnen als hoofd marketing en communicatie.

Door De redactie

Fotografie

Grasshopperstudios / Joke Schut

Martine van Duijn begon haar loopbaan als redacteur bij uitgeverij Sanoma. Hier was zij nauw betrokken bij de overgang van print naar online. Sindsdien is online marketing haar specialisme en was ze werkzaam bij verschillende non-profit organisaties en bij meerdere culturele instellingen. Vanaf 2009 is Van Duijn gaan werken als zelfstandig online marketing en communicatie professional voor o.a.: Cinecenter, Plan Nederland en World Press Photo. Na ruim 8 jaar heeft zij haar freelance-bestaan ingeruild om als hoofd marketing en communicatie bij International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) te werken.

IDFA vindt jaarlijks in november plaats in Amsterdam. Inmiddels is het uitgegroeid tot het grootste en beste bezochte documentairefestival ter wereld. IDFA biedt “een onafhankelijke en inspirerende plek waar publiek en professionals terecht kunnen voor een veelvoudig aanbod documentaires van hoge kwaliteit”.

Wat heeft je doen besluiten om na acht jaar als freelancer vanaf september 2017 bij IDFA aan de slag te gaan?

Ik heb aan de Universiteit van Amsterdam gestudeerd en toen bezocht ik IDFA al. In die tijd was het één van de eerste festivals en vond het alleen in De Balie plaats. Voor mij hoort IFDA écht bij Amsterdam. Ik vind het indrukwekkend hoe het festival is uitgegroeid tot het grootste documentairefestival ter wereld. Ik was altijd al fan van documentaires en bij het zien van deze vacature was ik meteen geïnteresseerd. Hiervoor was ik wel bereid mijn bestaan als zelfstandige op te geven. In deze functie komt namelijk alles samen: mijn liefde voor films en documentaires en mijn maatschappelijk engagement.

 

Martine van Duijn wat is het verschil tussen non-profit en culturele sector?

De type mensen in beide sectoren lijken sterk op elkaar. Allemaal hebben ze liefde voor hun werk en zijn ze gedreven. Marketing is in de commerciële sector veel belangrijker, al zie ik een duidelijk inhaalslag in de culturele sector. Er wordt meer gemeten en er is focus op targets.

Mensen uit de non-profit en culturele sector zijn veel meer gericht op de inhoud en willen dat graag naar buiten brengen. Maar het is ook belangrijk om terug te zien wat het effect is van al je inspanningen. Wat het anders maakt om voor een festival te werken is dat je met het hele team naar een piekmoment toe werkt. Er wordt hard gewerkt om samen een doel te bereiken. Dat is bijzonder en het schept een band.

Wat zijn jouw bezigheden als hoofd marketing en communicatie?

De communicatieafdeling bestaat nu uit freelancers en tijdelijke krachten. Eén van mijn taken is om na deze festivaleditie opnieuw naar de afdeling te kijken. Nu ontbreekt het bijvoorbeeld nog aan bepaalde marketingexpertises. Daarnaast zullen we meer investeren in het online bekijken van documentaires. Dat kan nu al wel maar we willen het meer toegankelijk maken en het aanbod van documentaires via onze site vergroten. Voor ons is het ook een middel om IDFA het hele jaar onder de aandacht te brengen, dus niet alleen tijdens het festival.

Er is een grote groep loyale bezoekers met ons mee meegegroeid. Daarom is het bereiken van een jonger publiek een andere belangrijke pijler. Voor deze festivaleditie hebben we met reclamebureau KesselsKramer een leuk publiekscampagne gerealiseerd. En in samenwerking met CJP, VICE en ons eigen platform Weekender gaan we deze doelgroep bereiken.

Verder ga ik mij erop richten op het vergroten van diversiteit van IDFA, zowel onder het publiek als ook onder filmmakers. Hiervoor breiden we bijvoorbeeld uit naar andere locaties, zoals het Bijlmerparktheater in Amsterdam-Zuidoost en Podium Mozaique in West. IDFA heeft het Bertha Fund opgericht voor filmmakers uit niet-Westerse landen. Bij het fonds kunnen ze een aanvraag indienen voor financiën of expertise. Zo is dit jaar de openingsfilm Amal ook mogelijk gemaakt met dit fonds. Daarnaast organiseert IDFA workshops en trainingsprogramma’s voor opkomende documentairemakers met de IDFAcademy, een belangrijke activiteit van IDFA.

IDFA is zowel een publieksfestival als een evenement voor filmprofessionals. Hoe gaan jullie hiermee om in de marketingcommunicatie?

Beide doelgroepen vragen om een aparte contentstrategie. Op dit moment spreken we het algemeen publiek aan in het Nederlands via onze middelen en kanalen maar voor de zakelijke kant is de voertaal in het Engels. De vraag die we ons nu stellen is hoe we deze doelgroepen samenbrengen, zodat ook bijvoorbeeld de groeiende groep expats zich aangesproken voelt door IDFA.

Waar zie jij nog meer kansen voor IDFA liggen op online gebied?

We willen echt een documentaireportal worden waar mensen gratis of tegen een kleine vergoeding naar alle documentaires kunnen kijken die ooit op IDFA hebben gedraaid. Daarnaast gaan we met CRM aan de slag, zodat we meer inzicht krijgen in de interessegebieden aan de hand van aankopen van bezoekers. Daar kunnen we dan op inspelen met een aanbod van relevante suggesties. Voor ons liggen er enorm veel kansen in data driven marketing. Verder ga ik meer investeren in social media en onze online marketing beter en efficiënter inzetten.

Wat hoop je te gaan bereiken binnen je eigen werkterrein?

Ik wil dat IDFA bij iedereen op de kaart staat als het grootste documentairefestival, zowel nationaal als internationaal. Het moet ‘top of mind’ zijn bij iedereen die aan documentaires denkt. En ik hoop te bereiken dat mijn afdeling met veel plezier aan het werk is, dat vind ik heel belangrijk.

Welke (marketing)trends en/of ontwikkelingen vind jij momenteel belangrijk voor de cultuursector?

In deze tijd worden we overstelpt door boodschappen via allerlei kanalen. Het is de kunst om mensen met de juiste boodschap, via het juiste kanaal op het juiste moment te bereiken. Daarom is data-driven marketing belangrijk, ook voor de culturele sector.

Dat bedrijven blijven innoveren is belangrijk. Blijven inspelen op de behoeftes van je eindgebruikers. Ik vind het terugbetalingssysteem Tikkie hier een goed voorbeeld van. In mijn tijd bij Sanoma heb ik geleerd om in de huid van de doelgroep te kruipen. Het is belangrijk om door de ogen van je doelgroep te kijken. Wat voor jou logisch en vanzelfsprekend is, hoeft dat niet voor de doelgroep te zijn. Ik probeer me hier –in alles wat ik ontwikkel- bewust van te zijn.

Interessant voor anderen?