Ondanks dat Nederlandse musea tussen november 2020 en juni 2021 gesloten waren (in tegenstelling tot Vlaanderen waar musea hun deuren open mochten houden), werd er niet stilgezeten. Het Zeeuws Museum zette tijdens de lockdown in op interne reflectie en het Cobra Museum voor Moderne Kunst en het Drents Museum op meer regionale bezoekers.
Paul Klarenbeek, hoofd marketing & communicatie bij het Drents Museum, vertelt dat het museum tijdens de lockdown de tijd nam zich nog meer op de eigen collectiepresentatie te richten. Normaliter presenteert het museum jaarlijks twee grote tijdelijke tentoonstellingen, maar de tentoonstellingen van 2020 zijn verplaatst naar het najaar van 2021, een blockbuster over Frida Kahlo, en het voorjaar van 2022. ”We hebben het ontstane gat van vorig najaar opgevuld met een grote tentoonstelling met werken van de Groningse kunstenaar Henk Helmantel, die we al van plan waren te maken.”
Met deze tentoonstelling wist het museum veel lokale bezoekers te bereiken, in navolging van het advies van de overheid om reisbewegingen te beperken. “We hadden al het plan om tot een geheel nieuwe presentatie te komen met verrassende verhalen van de eigen collectie, door corona hadden we de gelegenheid daar nu veel energie in te steken.”
Ook Cobra Museum stelde tentoonstellingen en campagnes uit. “Het voordeel is dat je dan toekomt aan projecten waar je anders geen tijd voor hebt,” vertelt Sandra van Dongen, interim marketeer bij Cobra Museum. “We hebben de website onder handen genomen en de coronacrisis aangegrepen om de verbinding met young urban citizens, jongeren tussen 25 en 35 jaar uit verstedelijkte gebieden, te zoeken.”
Het museum zag dat vooral jonge mensen buiten de risicogroep het museum tijdens openingen bezochten en paste de communicatie daar al op aan voordat het museum in juni haar deuren weer mocht openen. De focus verschoof van reguliere middelen zoals posters, flyers en advertenties naar online storytelling, gericht op maatschappelijke urgente issues, zoals genderidenteit.