Piet Menu heeft sinds september 2015 de artistieke leiding over het Tilburgse theatergezelschap Het Zuidelijk Toneel (HZT). Samen met een diverse groep theatermakers uit Nederland en Vlaanderen (waaronder Sarah Moeremans, Lucas de Man, Alexandra Broeder) bouwt hij aan een open en veelkleurig theaterhuis. Menu heeft een uitgesproken visie op marketing en communicatie en neemt ons in het kader van innoveren in coronatijd mee in hun verhaal.
Het Zuidelijk Toneel (HZT) ging na de uitbraak van het coronavirus in maart te werk via drie sporen. Allereerst besloten zij snel om de geplande voorstellingen die nog gemaakt moesten worden niet een aantal maanden uit te stellen, maar een heel seizoen op te schuiven. “In België werd corona voor mijn gevoel direct serieuzer genomen dan in Nederland. Daarom leek het mij verstandig om meteen ver op te schuiven. Ook vergen kleine praktische aanpassingen ongelofelijk veel tijd. Een groot blok in een keer verplaatsen schept rust.”
Ten tweede werd voor de reeds uitgebrachte voorstellingen een plan B bedacht om de voorstellingen in aangepaste vorm te brengen. Met de ruimte die vrijkwam door het uitstel van het seizoen, besloot HZT tot een derde spoor waarin zij nieuwe ideeën voor coronaproof projecten ontwikkelden.
Tijdens de eerste golf werd voor de reeds uitgebrachte voorstelling van Stefaan van Brabandt een plan B voorzien in het brengen van een gratis online versie. De monoloog werd live vanuit huiskamer in samenwerking met Omroep Tilburg uitgezonden via Facebook.
Doordat de voorstelling in een huiskamer werd opgenomen, ervaarde Menu in eerste instantie een live gevoel, van het ‘samen ergens naar kijken’. Maar al snel nam dit gevoel voor Menu af: “Online voorstellingen begonnen snel doods te voelen, in de zin dat het publiek er niet actief van werd en niet het gevoel had dat ze samen iets aan het doen waren.”
Met de kennis van nu ziet Menu geen heil in het brengen van online aanbod op deze manier: “Ik heb het gevoel dat dat niet noodzakelijk bijdraagt aan de waardevermeerdering van elk van die voorstellingen op zich. De ervaring die we kunnen creëren moeten we versterken en dat lukt niet door alle voorstellingen online gratis aan te bieden.”
Ook het vinden van dragers voor ideeën ervaarde Menu als een moeilijkheid. “Het online uitzenden van een voorstelling is niet zo lastig, maar het vinden van een juist platform waar we de voorstelling aanbieden en waar het theater een meerwaarde kan creëren, is dat wel. En dat is niet via onze website of via Facebook.”
Omdat de meerwaarde van theater volgens Menu ligt in de verbondenheid die gecreëerd kan worden door het publiek samen ergens naar te laten kijken, ging hij met zijn team op zoek naar coronaproof live ontmoetingen. “Het feit dat publiek gezamenlijk kijkt, maakt dat je een ander soort interactie en beleving krijgt dan wanneer publiek individueel kijkt via een livestream.”
In de zoektocht naar interessant theater, gebruikt HZT de voor haar kenmerkende werkwijze waarbij publiek wordt ondervraagd over de onderwerpen die voor hen relevant zijn. Daaruit filtert HZT een shortlist, waarna er ieder half jaar één thema centraal staat in de producties. Het huidige seizoen staat in het teken van helden. De reden dat HZT onderwerpen ophaalt vanuit publiek, is volgens Menu omdat publiek hongerig is naar kennis en theater het middel kan zijn om iets te leren over de wereld.
Vanuit die gedachte bedacht Menu samen met zijn team verschillende coronaproof projecten waaronder de reeds uitgevoerde voorstelling Radman. Radman is een familievoorstelling waar mensen even (letterlijk) boven de stad uitstijgen door in een gondel van een 18 meter hoog reuzenrad te stappen met een koptelefoon op en een verrekijker bij de hand. Tijdens het twintig minuten durende ritje vertelt Radman op lichtvoetige wijze de ene na de andere opmerkelijke anekdote over de stad en haar inwoners.
De attributen helpen bij dat stukje verbondenheid en intimiteit: “Met een koptelefoon en verrekijker kan je het gevoel creëren dat iets dat in realiteit ver weg is, heel dichtbij is.” Andere thema’s voor de komende jaren zijn eenzaamheid, absurdisme, taboes, etc. Voor de uitvoering van deze thema’s werkt HZT samen met partners van binnen en buiten de sector.
Een volgend project dat ook binnen het thema ‘Helden’ valt, is een voorstelling waarbij jongeren op een buitensport- of basketbalveld spelen, waardoor het speelvlak en de publieksruimte extra breed wordt. Hierdoor kan er genoeg afstand worden gehouden en is het gezelschap niet afhankelijk van theaterzalen.
Bij de ontwikkeling van nieuwe projecten merkt Menu dat de marketingafdeling steeds meer samenkomt met andere disciplines. Er loopt een lijn van de voorstelling over educatie, publiekswerking en marketing en er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het belang van de afdelingen. “Ik moedig de marketingafdeling aan om zo artistiek mogelijk te denken en vice versa.” Menu speelt in die samenwerking een grote rol, omdat hij als artistiek leider niet de taak van regisseur heeft. “Hierdoor hoef ik niet na te denken of de nieuwe voorstellingen in mijn eigen artistieke parcours passen, maar houd ik mij bezig met de manier waarop we de voorstellingen coronaproof in de markt kunnen zetten.”
In haar marketingcampagnes heeft HZT het uitgangspunt: ‘de drempel laag en de lat hoog’. Menu geeft het marketingcommunicatieteam bij iedere productie mee om er vanuit te gaan dat dit voor veel mensen een eerste kennismaking met theater zal zijn. Daarom is de tekst van de campagnes erg belangrijk. “Wij vroegen ons bij het ontwikkelen van de campagne voor Radman af wat we oproepen met woorden als voorstelling, theater en première. Zorgt dat niet juist voor afstand?”
HZT koos er daarom bewust voor om het woord ‘theatervoorstelling’ niet op te nemen in de campagne: “Het is niet de bedoeling om het te verstoppen, maar om die eerste drempel weg te nemen.” Deze aanpak bleek een succes: Radman werd vol enthousiasme ontvangen en trok tevens veel publiek dat niet eerder voorstellingen van het Zuidelijk Toneel bezocht.
Toch ziet Menu op marketinggebied nog verbeteringen. Pre-corona leunde de marketing- en communicatieafdeling van de organisatie met name op de fase van uitvoering en was de verkenningsfase te kort. De coronacrisis bracht hier verandering in: “Door de steeds veranderende maatregelen kunnen we alles niet meer in vaste communicatieplannen gieten, maar moeten we doelgericht improviseren en elke dag weer bereid zijn om het in de vuilnisbak te gooien. Deze ‘vloeibaarheid’ zorgt voor een vrijelijk opereren waarbij wij het plan en de agenda meer loslaten.” In de toekomst kan die verkenningsfase nog langer en doelgerichter worden ingezet, aldus Menu.
De coronacrisis leerde het gezelschap dat er meer mogelijkheden zijn dan ze voor ogen hadden. Hierbij is het aldus Menu belangrijk dat het gezelschap, maar ook hijzelf, gaat waar de energie vloeit. “We hoeven niet star vast te houden aan het oorspronkelijke plan, want de context kan zo weer veranderen. Dat zorgt voor kansen, maar ook voor frustraties. Daar moeten we voor waken. Het kan helpen de volgende afweging te maken: op welke manier moeten we trouw blijven aan onszelf? Is dat star blijven vasthouden aan ons uitgangspunt of levert het ons meer op als we meegaan in de energie?” Het Zuidelijk Toneel zet met deze gedachte in het achterhoofd haar zoektocht voort.